accuseren
Nederlands
Woordafbreking
- ac·cu·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- van het Franse accuser
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
accuseren |
accuseerde |
geaccuseerd |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord 'accuseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.