accoucheuse

Nederlands

Uitspraak

Geluid: accoucheuse (hulp, bestand)

Woordafbreking

ac·cou·cheu·se

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van het Franse accoucher met het achtervoegsel -euse

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	accoucheuse	accoucheuses
verkleinwoord	accoucheusetje	accoucheusetjes

Zelfstandig naamwoord

accoucheuse v

(medisch) (beroep) vrouwelijke vorm van accoucheur

Gangbaarheid

Het woord 'accoucheuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.