abrikozenjam
Nederlands
Woordafbreking
- abri·ko·zen·jam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van abrikoos zn en jam zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abrikozenjam | abrikozenjams |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
abrikozenjam v/m [1]
- zoet broodbeleg gemaakt met abrikozen
- Wellicht een beetje cliché, maar wie in Wenen is hoort sachertorte te eten bij Hotel Sacher. Na het proeven van de donkere chocoladetaart, met een laagje abrikozenjam en ganache durven we die stelling niet te betwisten. Het is de 6,50 euro per punt waard.[2]
- Snijd de appel in schijfjes en leg deze in overlappende cirkels over de rozijnen. Strooi de suiker eroverheen en schuif de appeltaart voor 45 minuten in de oven. Bestrijk de appeltaart tot slot met de abrikozenjam.[3]
Gangbaarheid
- Het woord abrikozenjam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 14 mrt. 2017 Genieten in Wenen
- de Telegraaf 04 jan. 2016 Appeltaart over de grens
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.