abdiqueren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·di·que·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abdiqueren
abdiqueerde
geabdiqueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

abdiqueren

  1. inergatief vrijwilling afstand doen van bestaande rechten of verantwoordelijkheden
    • De Belgische en de Vlaamse overheid hebben schandelijk geabdiqueerd op het vlak van vakdidactisch onderzoek. 
Synoniemen

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord abdiqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.