abdiqueren
Nederlands
Woordafbreking
- ab·di·que·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abdiqueren |
abdiqueerde |
geabdiqueerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
abdiqueren
- inergatief vrijwilling afstand doen van bestaande rechten of verantwoordelijkheden
- De Belgische en de Vlaamse overheid hebben schandelijk geabdiqueerd op het vlak van vakdidactisch onderzoek.
Gangbaarheid
- Het woord abdiqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'abdiqueren' herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.