aanspreking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreking aansprekingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aanspreking m

  1. het aanspreken
  2. titel waarmee men iemand aanspreekt
    • Monseigneur is de aanspreking van een kardinaal. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • aansprekingspunt

Gangbaarheid

  • Het woord aanspreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.