aanleunen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·leu·nen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en leunen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanleunen |
leunde aan |
aangeleund |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanleunen
- tegen iets leunen
Spreekwoorden
- zich iets laten aanleunen: zich iets laten welgevallen
Gangbaarheid
- Het woord aanleunen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanleunen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.