aankeffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankeffen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɲˌkɛfə(n)/
Woordafbreking
  • aan·kef·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aankeffen
kefte aan
aangekeft
zwak -t volledig

Werkwoord

aankeffen

  1. overgankelijk gewoonlijk van een hond iemand onderwerpen aan scherp geblaf
    • Hij werd aangekeft door twee kleine hondjes. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aankeffen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.