aanhechting

Niet te verwarren met: aaneenhechting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·hech·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanhechting aanhechtingen
verkleinwoord aanhechtinkje aanhechtinkjes

Zelfstandig naamwoord

aanhechting v

  1. het aanhechten
    • De aanhechting van een nieuwe wandbekleding. 
  1. plaats waar aangehecht is
    • De aanhechting van de spieren. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • vasthechting

Gangbaarheid

  • Het woord aanhechting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.