aanhebben

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhebben    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌhɛbə(n)/
Woordafbreking
  • aan·heb·ben
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanhebben
had aan
aangehad
onregelmatig volledig

Werkwoord

aanhebben

  1. absoluut een kledingstuk of sierraad dragen
    • Ze had haar bikini aan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanhebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.