aanharken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanharken    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌhɑrəkə(n)/
Woordafbreking
  • aan·har·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanharken
harkte aan
aangeharkt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanharken

  1. harken, opharken

Gangbaarheid

  • Het woord aanharken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.