aangeduid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangeduid    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aŋɣəˌdœyt/
Woordafbreking
  • aan·ge·duid
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanduiden

aangeduid

  1. voltooid deelwoord van aanduiden
stellend
onverbogen aangeduid
verbogen aangeduide
partitief aangeduids

Bijvoeglijk naamwoord

  1. van iets of iemand dat die aangewezen is
    • - Wij moesten in de aangeduide richting verder lopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aangeduid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.