aangeduid
Nederlands
Woordafbreking
- aan·ge·duid
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van aanduiden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en geduid ww
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanduiden |
aangeduid
- voltooid deelwoord van aanduiden
stellend | |
---|---|
onverbogen | aangeduid |
verbogen | aangeduide |
partitief | aangeduids |
Bijvoeglijk naamwoord
- van iets of iemand dat die aangewezen is
- - Wij moesten in de aangeduide richting verder lopen.
Gangbaarheid
- Het woord aangeduid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aangeduid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.