aanbewijzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbewijzen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ambəˌwɛizə(n)/
Woordafbreking
  • aan·be·wij·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbewijzen
bewees aan
aanbewezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

(scheidbaar)
aanbewijzen

  1. (verouderd) als rechtmatig eigendom toewijzen
    • ..ende alle koopwaaren .. den eigenaaren aanbewees. -Hooft-.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanbewijzen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. blz. 67, M. de Vries en L.A. te Winkel. Woordenboek der Nederlandsche Taal. 1882. Nijhoff. Sijthoff en Stemberg
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.