aanbetalen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbetalen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ambəˌtalə(n)/
Woordafbreking
  • aan·be·ta·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbetalen
betaalde aan
aanbetaald
zwak -d volledig

Werkwoord

aanbetalen

  1. overgankelijk een gedeeltelijke vooruitbetaling doen
    • Bij boeking ervan dient meteen na het ontvangen van de factuur 50% van de prijs te worden aanbetaald. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord aanbetalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.