Zwitser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zwitser    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈzʋɪtsər/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzβ̞ɪtsər/
    • (Limburg): /ˈzwɪtsər/
Woordafbreking
  • Zwit·ser
enkelvoud meervoud
naamwoord Zwitser Zwitsers
verkleinwoord Zwitsertje Zwitsertjes

Zelfstandig naamwoord

Zwitser m

  1. (demoniem) een inwoner van Zwitserland, of iemand afkomstig uit Zwitserland
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Zwitser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.