USB-hub
![](../I/m/Sanwa_supply_USB-HUB217BK.png)
1. verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten
Nederlands
Woordafbreking
- USB-hub
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | USB-hub | USB-hubs |
verkleinwoord | USB-hubje | USB-hubjes |
Zelfstandig naamwoord
USB-hub m
- (informatica) verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten
- Gelukkig voeg je snel extra USB-poorten aan je pc toe met behulp van een USB-hub. [1]
Verwante begrippen
Opmerkingen
- Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[2]
- De spelling is "USB-hub" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.
Gangbaarheid
- Het woord 'USB-hub' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.