USB-hub

1. verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  USB-hub    (hulp, bestand)
  • IPA: /yʔɛsˈbeʔhʏp/
Woordafbreking
  • USB-hub
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord USB-hub USB-hubs
verkleinwoord USB-hubje USB-hubjes

Zelfstandig naamwoord

USB-hub m

  1. (informatica) verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten
    • Gelukkig voeg je snel extra USB-poorten aan je pc toe met behulp van een USB-hub. [1]
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Opmerkingen
  • Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[2]
  • De spelling is "USB-hub" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.

Gangbaarheid

  • Het woord 'USB-hub' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.