-liet

Nederlands
Huidig
bestand
8
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'líthos' (steen) [1]

Achtervoegsel

-liet [2]

  1. (mineralogie) ter vorming van woorden die op steen betrekking hebben
Verwante begrippen
Hyponiemen
    enige woorden waarin dit voorvoegsel mogelijk ontbreekt
  • acoliet
  • aeroliet
  • agalmatoliet
  • alboliet
  • amfoliet
  • anakoliet
  • argilliet
  • biblioliet
  • botryoliet
  • byssoliet
  • caliet
  • carnalliet
  • celliet
  • coproliet
  • chiastholiet
  • chnosidoliet
  • chrysoliet
  • dendroliet
  • entomoliet
  • eoliet
  • fecoliet
  • fleboliet
  • fonoliet
  • fylliet
  • fysaliet
  • granuliet
  • hepatoliet
  • hyaliet
  • ichtyoliet
  • karmeliet
  • kimberliet
  • kristalliet
  • kryoliet
  • krysoliet
  • litholiet
  • megaliet
  • melliet
  • meteoroliet
  • metropoliet
  • microliet
  • mirabiliet
  • nemoliet
  • nitroliet
  • nummuliet
  • odontoliet
  • oorliët
  • otoliet
  • oxaliet
  • oöliet
  • perliet
  • risaliet
  • rodoliet
  • ryoliet
  • serpuliet
  • sideroliet
  • spongioliet
  • statoliet
  • stelliet
  • topasoliet
  • unguliet
  • uranoliet
  • uroliet
  • varioliet
  • xenoliet
  • yttrotantaliet

Verwijzingen
  1. -liet op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.