-halve

Nederlands
Niet te verwarren met: halve
Huidig
bestand
19
Uitspraak
Woordafbreking
  • -hal·ve
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Middelnederlands [1]

Achtervoegsel

[2]

-halve ter vorming van bijwoorden met de betekenis 'namens, wegens', doorgaans met het invoegsel -s-:

  1. uit hoofde van wat het eerste lid noemt
    • Dan kunt u ons schriftelijk verzoeken uw aanslag ambtshalve te verminderen. 
  2. ter wille van wat het eerste lid noemt
Verwante begrippen
Hyponiemen
   
  • allenthalve
  • derdehalve
  • dierhalve
  • eerbiedshalve
  • geloofshalve
  • gewetenshalve
  • gezondheidshalve
  • harenthalve
  • hunnenthalve
  • kiesheidshalve
  • leeftijdshalve
  • liefdeshalve
  • mijnenthalve
  • onzenthalve
  • plichtshalve
  • rechtshalve
  • rijkshalve
  • uwenthalve
  • vermaakshalve
  • welstaanshalve
  • welvoeglijkheidshalve
  • weshalve
  • zijnenthalve
  • zuinigheidshalve

Gangbaarheid
  • Het woord '-halve' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. -halve op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.