halve

Nederlands

Uitspraak
Niet te verwarren met: -halve
Woordafbreking
  • hal·ve
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

halve

  1. verbogen vorm van de stellende trap van half
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord halve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • hal·ve
Naar frequentie 2215

Bijvoeglijk naamwoord

halve, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van halv

halve, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van halv

Nynorsk

Woordafbreking
  • hal·ve

Bijvoeglijk naamwoord

halve, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van halv

halve, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van halv
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.