Zuid-Afrikaanse Grensoorlog

De Zuid-Afrikaanse Grensoorlog was een conflict dat tussen 1966 en 1988 plaatsvond in het destijds door Zuid-Afrika bezette Zuidwest-Afrika (thans Namibië) en Angola. De strijd ging tussen tussen Zuid-Afrika en UNITA enerzijds en Angola, SWAPO, Cuba, de Sovjet-Unie en de DDR anderzijds.

Zuid-Afrikaanse Grensoorlog
Onderdeel van de Koude Oorlog
Operaties door SWAPO en het Zuid-Afrikaanse leger in Angola en Namibië tussen 1978 en 1979.
Datum26 augustus 1966 — 22 december 1988
LocatieNamibië, Angola en Zambia.
ResultaatVerergering burgeroorlog in Angola.
Casus belliNamibische en Angolese onafhankelijkheidsstrijd.
Territoriale
veranderingen
Zuid-Afrikaanse en Cubaanse terugtrekking uit Angola.
Onafhankelijkheid van Namibië.
Strijdende partijen
 Angola
 Zambia
 Cuba
 Sovjet-Unie
 DDR
Umkhonto we Sizwe
SWAPO
Zuid-Afrika
UNITA
Verliezen
UNITA 11.335
 Cuba 2.016
Zuid-Afrika 2.038

In Namibië vond tussen augustus 1966 en 1988 een onafhankelijkheidsoorlog plaats tegen kolonisator Zuid-Afrika. Tussen 1961 en 1974 was er in Angola een onafhankelijkheidsoorlog tegen kolonisator Portugal, gevolgd door een burgeroorlog van 1975 tot 1988. Begin jaren 1980 werd Angola bezet door Zuid-Afrika, dat de Angolese bevrijdingsbeweging UNITA steunde.

Op 22 december 1988 werd met het Tripartite Akkoord tussen Angola, Cuba en Zuid-Afrika aan Namibië onafhankelijkheid verleend en de burgeroorlog in Angola formeel beëindigd.[1] In november 1989 vonden in Namibië verkiezingen plaats en in maart 1990 werd het land formeel onafhankelijk.

Namibië

Hedendaags Namibië

De oorsprong van de onafhankelijkheidsstrijd in Namibië kan worden gevonden in de Eerste Wereldoorlog toen Zuid-Afrika Duits-Zuidwest-Afrika veroverde en er vervolgens een mandaat over kreeg van de Volkenbond. Na de Tweede Wereldoorlog voerde Zuid-Afrika de apartheid in en handelde niet in de geest van het mandaat. Op 27 oktober 1966 werd het mandaat daarom door de Verenigde Naties beëindigd.[2] Zuid-Afrika weigerde echter het territorium te verlaten en beschouwde het als een vijfde provincie, naast de Oranje Vrijstaat, Transvaal, de Kaapprovincie en Natal.

Intussen was de SWAPO opgekomen als onafhankelijkheidbeweging en bereidde zich voor op een gewapende strijd. Voordat zij konden toeslaan, voerden Zuid-Afrikaanse troepen op 26 augustus 1966 echter hun eerste aanval uit op een ontdekt kamp van de bevrijdingsbeweging South West Africa Liberation Army (SWALA), de paramilitaire vleugel van de SWAPO. SWAPO opereerde onder meer vanuit buurland Zambia waardoor Zuid-Afrika ook in dat land militaire operaties uitvoerde en daarvoor veroordeeld werd door de VN-Veiligheidsraad.

In 1968 droeg de VN het land over aan de South West Africa People's Organisation (SWAPO), die in 1976 bij de VN de status van Waarnemerstaat kreeg.[3] Namibië verwierf in 1990 onafhankelijkheid van Zuid-Afrika.

Angola

Hedendaags Angola. DR Congo heette van 1971 tot 1997 Zaïre.

Vanaf 1961 voerde Angola een onafhankelijkheidsoorlog tegen kolonisator Portugal. De oorlog was ook duidelijk een deel van de Koude Oorlog, door de strijd tussen de door de Sovjet-Unie gesteunde marxistisch georiënteerde MPLA en de door de Verenigde Staten en Zuid-Afrika gesteunde FNLA en UNITA.

De VS financierde beide bewegingen FNLA en UNITA vanaf 1961 verdekt via Zaïre, het noordelijke buurland van Angola.[4][5] De FNLA werd later ook nog door een reeks andere landen ondersteund.[4][6] Israël steunde de FNLA tussen 1963 en 1969 en trainde strijders in Israël. In de jaren daarna leverde Israël wapens via Zaïre.[7]

De UNITA, geleid door Jonas Savimbi, werkte in 1972-73 samen met het Portugese leger, in de strijd tegen de MPLA. Toen een eigenzinnige SADF-commandant in september 1973 een aanval op de UNITA uitvoerde, werd de overeenkomst verbroken en werd UNITA omgevormd tot een bevrijdingsorganisatie. De beweging was veel zwakker dan FNLA en MPLA, met in 1974 zo'n 600-800 man. Savimbi wendde zich tot Zuid-Afrika, om gezamenlijk te strijden voor een onafhankelijk Angola en een alliantie te vormen tegen de communisten, inclusief de SWAPO.[8]

Op 15 januari 1975 tekenden de bevrijdingsorganisaties FNLA, UNITA en MPLA het Verdrag van Alvor, die het officiële einde van de onafhankelijkheidsoorlog betekende. Er werden verkiezingen en een overgangsregering in het vooruitzicht gesteld. Twee andere organisaties werden uitgesloten. De onderlinge gevechten werden echter spoedig hervat, waarmee een burgeroorlog begon, waarbij de verschillende groeperingen streden om de macht en trachtten zoveel mogelijk grondgebied te veroveren vóór de geplande onafhankelijkheid op 11 november.

De VS gaf extra geld aan de FNLA, voor de aankoop van krantenbedrijven en radiostations. Er werden via Zaïre wapens geleverd en Zaïrese troepen gezonden. In juli 1975 trok Zuid-Afrika $14 miljoen dollar uit voor geheime wapenleveranties aan FNLA en UNITA.[9][10] Op 9 augustus 1975 viel het Zuid-Afrikaanse leger het zuiden van Angola binnen, in samenwerking met de FNLA en de UNITA.

Op 14 oktober 1975 startte Zuid-Afrika "Operation Savannah". Het leger viel Angola binnen, met de bedoeling om de communistische MPLA te vernietigen. Cuba greep echter in en Zuid-Afrika besloot in december zich terug te trekken. Zuid-Afrika beloofde de UNITA steun in hun strijd tegen de MPLA. Zo werden strijders door Zuid-Afrika getraind. UNITA vestigde een hoofdkwartier in het noordoosten van Angola. Het leger bleef ook kleinere invallen in Angola uitvoeren. De blanke soldaten van het apartheidsleger schminkten daarbij hun gezichten zwart met "Black is Beautiful"-make-up.[8] Intussen droegen de Portugezen op 11 november 1975 de macht over aan de MPLA en werd diens voorzitter Agostinho Neto president, met Lopo de Nascismento als premier. De communistische eenpartij-staat werd gesteund door de Sovjet-Unie and Cuba, maar bleef onafhankelijk van buitenlandse mogendheden.[8]

Begin jaren 1980 stuurde Zuid-Afrika opnieuw troepen naar Angola. Midden 1987 lanceerde de Angolese regering, voor wie de Unita-controle van het zuidelijke steden Mavinga en Jamba een doorn in het oog was, Operatie Saludando Octobre (Groetend Oktober). Op aandringen van Unita-leider Jonas Savimbi volgde in september 1987 een grootschalig Zuid-Afrikaans tegenoffensief waardoor de Angolezen werden teruggedrongen tot aan de stad Cuito Canavale, aan de samenloop van de Cuito en Cuanavalerivier. Een maandenlange en hevige slag om deze stad resulteerde in een patstelling. Om definitief komaf te maken met de Zuid-Afrikaanse inmenging in hun land riep de Angolese regering de steun in van Fidel Castro. Die stuurde 15000 van zijn beste manschappen waardoor de totale Cubaanse troepenmacht in Angola zo'n 50 à 55000 bedroeg. Omdat de wegens het wapenembargo verouderde Zuid-Afrikaanse Mirages geen partij meer waren voor de moderne MiG's van de Cubanen begonnen de krijgskansen stilaan te keren.

Om de verliezen onder de jonge blanke dienstplichtigen te beperken besliste de Zuid-Afrikaanse staf in maart 1988 tot de terugtocht. Op 30 augustus was de terugtrekking voltooid. Onder leiding van de Amerikaanse bemiddelaar Chester Crocker begonnen in 1989 onderhandelingen die tot het formele einde van de oorlog leidden. Cuba begon op 10 januari 1989 met de terugtrekking van zijn troepen, die pas op 25 mei 1991 was voltooid.

Referenties

  1. Agreement among the People's Republic of Angola, the Republic of Cuba, and the Republic of South Africa (Tripartite Agreement). Via
  2. Question of South West Africa, 27 oktober 1966 [A/RES/2145 (XXI)]
  3. Observer status for the South West Africa People's Organisation. UNGA Resolution A/RES/31/152, 20 december 1976
  4. AlʻAmin Mazrui, Ali, The Warrior Tradition in Modern Africa (1977), p. 226–228.
  5. Wright, George, The Destruction of a Nation: United States Policy Towards Angola Since 1945 (1997), p. 9.
  6. Walker, John Frederick, A Certain Curve of Horn: The Hundred-Year Quest for the Giant Sable Antelope of Angola (2004), p. 143.
  7. Beit-Hallahmi, Benjamin, The Israeli Connection: Whom Israel Arms and Why (1988), p. 65.
  8. Visions of Freedom: Havana, Washington, Pretoria, and the Struggle for Southern Africa, 1976-1991, p. 65-67,69. Piero Gleijeses, UNC Press Books, 2013
  9. Gleijeses, Piero: Conflicting Missions: Havana, Washington, and Africa, 1959–1976 (The University of North Carolina Press) quoting: Spies, F. J. du Toit in: Operasie Savannah. Angola 1975–1976, Pretoria, p. 64-65
  10. Gleijeses, Piero: Conflicting Missions: Havana, Washington, and Africa, 1959–1976 (The University of North Carolina Press) quoting: Deon Geldenhuys in: The Diplomacy of Isolation: South African Foreign Policy Making, p. 80
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.