Władysław Komar

Komar begon op jonge leeftijd met boksen en haalde bijna de Poolse nationale jeugdselectie. In 1959 stapte hij over naar de atletiek. In 1963 behaalde hij het nationaal record in de tienkamp. Hij specialiseerde zich in het kogelstoten.

Komar nam drie keer deel aan de Olympische Spelen en met een afstand van 21,18 meter won hij goud op de Spelen van München. In 1966 en 1971 haalde hij brons op het Europees kampioenschap.

Naast het boksen en de atletiek speelde hij ook rugby en werd hij Pools kampioen met zijn team.

Later werd Komar acteur en speelde hij een hoofdrol in Roman Polański's film Pirates uit 1986. In 1993 stelde hij zich, als lid van de politieke partij "Poolse Partij van Vrienden van het Bier", kandidaat voor de parlementsverkiezingen op de lijst van de partij Samoobrona, maar behaalde te weinig stemmen voor een zetel. Hij stond bekend als vrouwenversierder en dronkaard. Als kogelstoter was het twee keer wegens wangedrag uit het Poolse team gezet. Algemeen bekend was dat dit was voor overmatig alcoholgebruik.

Hij overleed bij een auto-ongeluk in 1998 samen met een ander Pools olympisch kampioen, Tadeusz Ślusarski die in 1976 goud haalde bij het polsstokhoogspringen in Montreal. Ook een derde Pools olympiër kwam om het leven; 400 meter loper Jarosław Marzec. Op de terugweg van een banket werden ze aangereden door een dronken chauffeur. Hun graven liggen naast elkaar op de Militaire begraafplaats Powązki in Warschau.

• 1962: 4e EK - 18,00 m
• 1964: 9e OS - 18,20 m
• 1966: 3 EK - 18,68 m
• 1967: 3 EK indoor - 18,85 m
• 1968: 2 EK indoor - 18,40 m
• 1968: 6e OS - 19,28 m
• 1971: 4e EK indoor - 19,43 m
• 1971: 3 EK - 20,04 m
• 1972: 2 EK indoor - 20,32 m
• 1972: 1 OS - 21,18 m
• 1974: 6e EK - 19,82 m
• 1977: 3 EK indoor - 20,17 m
• 1978: 2 EK indoor - 20,16 m