Woest en ledig

De term woest en ledig (Hebreeuws tohoe wabohoe) stamt uit de Nederlandse vertaling van de Bijbel en bevindt zich in de eerste regels, in het Bijbelboek Genesis.

In de Bijbelvertaling uit 1951 luidt de tekst van Genesis 1:1-2:

In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren.

Sommige Bijbelonderzoekers denken dat er een hiaat zit tussen de eerste twee zinnen[1]. Volgens hen kan de aarde niet meteen na de schepping woest en ledig zijn geweest. Daar zou tijd tussen hebben gezeten. Dit vormt grond voor de hiaattheorie.

De term komt nog een aantal andere keren voor in de Bijbel[2]:

  1. Jes 24:1 Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners.
  2. Jes 34:11 Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid over hen trekken, en een richtlood der ledigheid.
  3. Jer 4:23 Ik zag het land aan, en ziet, het was woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was er niet.

Tegenwoordig wordt de term voor duizenden onderwerpen gebruikt. Woest en ledig komt bijvoorbeeld voor in de titel van een boek over de eerste periode van Nederland, voor Willibrord: Woest en ledig? Nederland vóór Willibrord, A.-H. de Jong, e.a.

Referenties

NB Deze refereren aan een creationistisch standpunt.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.