Wintershall

Wintershall AG was een Duitse oliemaatschappij, onderdeel van BASF. Per 1 mei 2019 is Wintershall gefuseerd met DEA tot Wintershall Dea. BASF bezit 67% van de nieuwe onderneming, LetterOne van Michaël Fridman de overige 33%. Het bedrijf is actief in verschillende regio's in de wereld met de exploratie en productie van ruwe aardolie en aardgas, en verhandelde aardgas in Europa.

Wintershall Holding AG
Oprichting1894
Oprichter(s)Heinrich Grimberg en Carl Julius Winters
EigenaarBASF
SleutelfigurenMario Mehren (CEO)
HoofdkantoorKassel, Duitsland
Werknemerscirca 2000 (begin 2017)
Productenolie en aardgas
Sectorenergie
Omzet€ 4,7 miljard (2018)
Winst€ 671 miljoen (2018)
Website(en) Wintershall Dea.com
(de) Wintershall Dea
Portaal    Economie
Wintershall in Kassel

Activiteiten

Wintershall is actief in de winning van olie en gas. In 2016 produceerde het bedrijf 165 miljoen vaten olie-equivalent in onder meer de Noordzee, Rusland en Libië.[1] Het had per eind 2016 olie- en gasreserves van 1,6 miljard vaten en kan hiermee de huidige productie zo'n 10 jaar continueren.[1] De upstream-activiteiten leveren veruit de grootste bijdrage aan de nettowinst van Wintershall.

Het bedrijf heeft verder belangen in diverse internationale pijplijnen waardoor aardgas wordt getransporteerd. Het totale netwerk is zo'n 3300 kilometer lang. Wintershall heeft belangen in, onder andere, Nord Stream en de NEL-pijplijn.

Wintershall was tot september 2015 ook actief in de handel in en opslag van aardgas. Deze activiteiten waren in drie joint ventures met het Russische gasbedrijf Gazprom ondergebracht. De belangrijkste activiteiten van WINGAS, het belang van Wintershall was 50,02%, zijn de opslag en distributie van aardgas in Duitsland waar het een marktaandeel heeft van 20%. Verder is WINGAS actief in onder andere België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk. In 2012 verkocht WINGAS zo’n 40 miljard m3 aardgas. Wintershall Erdgas Handelshaus (WIEH) is een tweede joint venture met Gazprom (50/50%) die aardgas inkoopt en verkoopt in Duitsland. De derde jv is Wintershall Erdgas Handelshaus Zug (WIEE) die vooral aardgas verkoopt in zuidoost Europa.

In december 2012 kwamen Wintershall en Gazprom een ruil van activiteiten overeen.[2] Gazprom krijgt 50% van de olie- en gasvelden van Wintershall in de Noordzee en verhoogd het belang in de gashandel- en opslagactiviteiten WINGAS, WIEH en WIEE naar 100%.[2] In ruil kreeg Wintershall een belang van 25% plus één aandeel in een deel van het gasveld Oerengoj. In dit deel voor Wintershall zit zo’n 2,4 miljard boe aan aardgas en gascondensaat.[2] Wintershall heeft ook de optie om dit belang op termijn nog uit te breiden naar 50%. Een jaar later kreeg deze transactie goedkeuring van de Europese Commissie.[3] In december 2014 werd de miljardentransactie echter geannuleerd vanwege de opgelopen politieke spanningen tussen Rusland en de Europese Unie.[4] In september 2015 besloten de twee de transactie alsnog af te ronden.[5] Als een gevolg hiervan daalde de omzet van Wintershall in 2016 met iets meer dan 10 miljard euro, van 13,0 miljard in 2015 naar 2,8 miljard in 2016.[1]

Fusie met DEA

In december 2017 werd een fusie van Wintershall en DEA bekend gemaakt.[6] DEA is een vergelijkbaar, maar kleiner, energiebedrijf. Het was een energieonderdeel van het Duitse nutsbedrijf RWE, dat in 2015 handen is gekomen van de Russische oligarch Michaïl Fridman. Na de fusie krijgt BASF tweederde van de aandelen en de rest komt in handen van LetterOne Energy, de investeringsmaatschappij van Fridman.[6] De combinatie zal verder gaan onder de naam Wintershall DEA. Op basis van de gegevens over 2016 hebben de twee een gecombineerde omzet van 4,5 miljard euro en produceerden ze zo’n 215 miljoen vaten olie-equivalent. De reserves in de grond bedragen circa 2 miljard vaten.[6] De fusie werd in mei 2019 afgerond.[7]

Activiteiten in Nederland

De Nederlandse tak van Wintershall, Wintershall Noordzee, is gevestigd in Rijswijk en Den Helder en wint aardolie en aardgas met verschillende productieplatforms in de Noordzee, en voorheen in een gebied rond Waalwijk. Het oudste nog functionerende platform van Nederland (K13-A) is eigendom van Wintershall Noordzee. Wintershall wint ook net over de grens bij Schoonebeek, in Emmelkamp, aardolie.

Geschiedenis

Zout

Het bedrijf Wintershall AG startte als een boorbedrijf en (kalium)zoutwinningsbedrijf in 1894 in het Duitse Kassel, opgericht door de ondernemer actief in boorwerken Carl Julius Winter samen met de industrieel Heinrich Grimbergen. De naam Wintershall komt van de samenvoeging van de familienaam van de stichter Winter en het achtervoegsel hall dat verwijst naar de vele ondergrondse zoutlagen in de regio (de wortel hal(l) uit het Celtisch, Grieks en Egyptisch verwijst naar zout, zie ook het zoutmineraal haliet). Geologisch gezien komt aardolie vaak samen voor met kaliumzoutlagen, en dit was ook zo in de zoutmijn van Wintershall in Volkenroda. In juni 1930 was er een ongeluk in de zoutmijn toen ruwe aardolie uit het ondergelegen reservoirgesteente lekte in de gangen van de zoutmijn en via de toortsen van de mijnwerkers een explosie en brand veroorzaakte. Dit was de start om de aardolie te winnen.

Aardolie

Oliewinning door Wintershall in Emlichheim

In het eerste jaar van productie (1930) behaalde Wintershall in Volkenroda al een productie van 51.000 ton olie, goed voor bijna een derde van de ganse Duitse aardolieproductie. In 1935 werd nabij de stad Celle de olieraffinaderij Erdölwerke Nienhagen opgericht, enkele jaren later gevolgd door een raffinaderij in Salzbergen. Al snel werd de exploratie en winning van aardolie de hoofdzaak voor het bedrijf Wintershall, in plaats van zout. De zoutmijnactiviteiten zouden nog tot 1970 onderdeel blijven van Wintershall, wanneer het bedrijfsonderdeel werd verkocht aan de onderneming Kali und Salz AG.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog (1945) was Wintershall het belangrijkste Duits oliebedrijf geworden, actief in 9 olievelden verspreid over Duitsland. Ook nabij de grens met Nederland, aan de rivier de Eems in het gebied Westemsland, werd olie gevonden. In 1950 werd in Holthausen, nabij de stad Lingen, een voor die tijd vooruitstrevende nieuwe olieraffinaderij opgericht, Gerwerkschaft Erdölraffinerie Emsland (GEE), uitgerust met een vloeibaar katalytische krakingsinstallatie (FCCU). Het gebied rond Emlichheim, rijk aan olie en ook aan aardgas, is ook nu nog steeds een belangrijk gebied voor Winterhall's activiteiten.

Energie

Van de stroomopwaartse activiteiten van exploratie en productie van ruwe aardolie, gevolgd door het operationeel exploiteren van olieraffinaderijen, ging het bedrijf zich ook stroomafwaarts in de keten verder organiseren. De aardolieproducten uit zijn raffinaderijen bracht het onder meerdere namen op de markt, waaronder NITAG en een aandeel in de Gasolin tankstationsketen. In de periode 1952-1956 nam het bedrijf de meerderheid van de aandelen over van de keten van tankstations Deutsche Gasolin AG en verenigde het zijn stations met die van Gasolin en DEA; de 3.500 tankstations in rood-witte kleuren werden omgevormd tot tankstations van het merk ARAL in blauw-witte kleuren. Tot eind 1999 zou Wintershall het merk ARAL gebruiken voor de vermarkting van zijn benzine en diesel, waarna ARAL in handen kwam van Veba (nu E.ON) en in 2002 van BP.

In 1969 werd Wintershall AG een onderdeel van de BASF groep. Het voorziet de chemiegroep van strategisch belangrijke grondstoffen (aardolie als grondstof voor de koolstofchemie).

In 1993 werd WINGAS opgericht, een joint venture van Wintershall en Gazprom. Belangrijkste activiteit van WINGAS is de verkoop van aardgas in Europa en het oprichten van een netwerk van pijplijnen en opslagplaatsen om een veilige aanvoer van gas te verzekeren. Dit bedrijfsonderdeel, en enkele andere activiteiten, is in 2015 afgestoten aan Gazprom.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.