Warmtegetal

Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober. Het wordt onder andere door het Nederlandse KNMI gebruikt om de zomers beter met elkaar te kunnen vergelijken. Het is in alles het spiegelbeeld van het koudegetal dat de periode november tot en met maart beslaat. Het warmtegetal zegt alleen iets over de temperatuur en niets over regen en zonneschijn, die mede de kwaliteit van de zomer bepalen.

Het warmtegetal wordt berekend door het aantal graden dat de gemiddelde etmaaltemperatuur van elke dag boven de 18,0 graden ligt, op te tellen. Een dag met gemiddeld over 24 uur een temperatuur van 20,2 graden draagt dus 2,2 bij aan het warmtegetal. Zo komt men dus uiteindelijk tot een totale som die het mogelijk maakt de warmte in het jaar te classificeren. Deze methode is meer representatief voor de warmteproductie van een zomer dan de gemiddelde temperatuur, aangezien een zeer koele periode een zeer warme niet kan compenseren.

Historie in Nederland

In Nederland zijn de warmtegetallen door het KNMI vastgesteld vanaf 1901. Onderstaande cijfers gelden voor De Bilt.

Bij het KNMI in De Bilt staat aan top de zomer van 2006 met een warmtegetal van 201,3. Dieptepunt was de zomer van 1962 met een warmtegetal van slechts 4,8.

Top tien

De top tien vanaf 1901 tot en met 2019 is:

RangJaarWarmtegetal
1.2006201,3
2.2018196,0
3.1995169,7
4.1976163,8
5.1947159,2
6.1994147,9
7.1983133,9
8.2003133,4
9.2019130,9
10.1997115,4
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.