Vreemdelingenrecht

Het vreemdelingenrecht is de tak van het recht die zich bezighoudt met de rechtspositie van personen in een staat waarvan zij geen onderdaan zijn. Een onderscheid kan worden gemaakt tussen privaatrechtelijk vreemdelingenrecht en bestuursrechtelijk vreemdelingenrecht.

Het privaatrechtelijk vreemdelingenrecht is het geheel van rechtsregels in een staat dat de rechtspositie van vreemdelingen ten opzichte van eigen onderdanen regelt door vreemdelingen bij de eigen onderdanen achter te stellen, eraan gelijk te stellen, of ze te bevoordelen.[1] Het houdt zich dus bezig met de discriminatie van vreemdelingen. Zo was het vroeger gebruikelijk om vreemdelingen te discrimineren op het gebied van het goederenrecht, bijvoorbeeld door het hun onmogelijk of moeilijker te maken (op nationaal grondgebied gelegen) vastgoed in eigendom te verkrijgen, of door bescherming te onthouden op het gebied van de intellectuele eigendom. Tegenwoordig is non-discriminatie van vreemdelingen in het privaatrecht eerder regel dan uitzondering en heeft het privaatrechtelijk vreemdelingenrecht aan relevantie ingeboet.

Het bestuursrechtelijk vreemdelingenrecht ziet op de juridische procedures van vreemdelingen: reguliere immigranten en asielzoekers. Reguliere immigranten zijn mensen die een verblijfsvergunning aanvragen om bijvoorbeeld medische redenen (om in een ziekenhuis behandeld te worden), voor het volgen van een studie, of voor werk (bijvoorbeeld als au pair). Tevens kan het gaan om mensen die een verblijfsvergunning aanvragen omdat ze slachtoffer zijn of getuige waren van mensenhandel.

Ook personen die bij hun buitenlandse partner of een familielid gaan wonen, zijn reguliere immigranten. Het regelen van een kort visum, bijvoorbeeld een toeristenvisum, van maximaal 90 dagen valt ook onder het vreemdelingenrecht.

Het asielrecht is een onderdeel van het vreemdelingenrecht en dit gaat specifiek over asielzoekers en mensen die al een vluchtelingenstatus hebben.

Vreemdelingenwet 2000

De Nederlandse Wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen, het toezicht op vreemdelingen die in Nederland verblijf houden, en de grensbewaking.

De wet definieert een vreemdeling als iemand die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld.

Rechtmatig verblijf voor vreemdelingen in Nederland, gebaseerd op de twaalf gronden in artikel 8 van de wet, is onder te verdelen in 4 categorieën:

  • rechtmatig verblijf op grond van een vergunning;
  • rechtmatig verblijf op grond van gemeenschapsrecht;
  • rechtmatig verblijf in afwachting van de beslissing op een aanvraag;
  • rechtmatig verblijf op grond van de wet.

Rechtmatig verblijf op grond van een vergunning is mogelijk met een :

  • verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd
  • verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd
  • verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
  • verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

De wet regelt ook ongewenstverklaring.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.