Vliegende buidelmuis

De vliegende buidelmuis is een klein klimbuideldier met een kop-romplengte van 6,5 tot 8 cm, een staartlengte van 7 tot 8 cm en een gewicht van 10 tot 14 gram. De vacht is grijsbruin van boven en wit van onderen. De vliegende buidelmuis heeft een vlieghuid tussen de ellebogen en de knieën, net als de suikereekhoorns en de reuzenkoeskoes. Een bijzonder kenmerk is verder de staart, die door de lange haren op een veer lijkt en bovendien als grijporgaan wordt gebruikt.

De vliegende buidelmuis is een nachtactieve boombewoner. Overdag verbergt dit dier zich in boomholtes of zelfgemaakte nesten. De vliegende buidelmuis leeft in groepen van maximaal twintig dieren, maar die groepen hebben geen structuur en blijven ook niet lang bij elkaar. De vliegende buidelmuis voedt zich met insecten, wormen, vruchten en nectar.

De vliegende buidelmuis leeft in de bosgebieden langs de Australische oostkust, van de regenwouden van het Kaap York-schiereiland in Queensland in het noorden via de eucalyptusbossen van Nieuw-Zuid-Wales en Victoria tot het zuidoosten van Zuid-Australië. Mogelijk leeft de vliegende buidelmuis ook op Nieuw-Guinea, maar daadwerkelijke bewijzen voor het voorkomen van de soort op het eiland ontbreken alsnog. De Nieuw-Guinese vliegende buidelmuis is beschreven als een aparte soort, Acrobates pulchellus W. Rothschild, 1892, maar het holotype van die soort was waarschijnlijk een uit Australië ingevoerde, als huisdier gehouden Australische vliegende buidelmuis. Het bestaan van een aantal andere, slecht gedocumenteerde oude exemplaren van Acrobates in het Museum Zoologicum Bogoriense ondersteunt het bestaan van een Nieuw-Guinese populatie echter.

De vliegende buidelmuis was vanaf 1966 afgebeeld op het Australische 1 cent-muntstuk, totdat deze munt in 1991 uit de circulatie werd gehaald. De 1 cent-muntstukken zouden later samen met de 2 cent-muntstukken, waarop de kraaghagedis was afgebeeld, worden omgesmolten tot bronzen medailles voor de Olympische Zomerspelen 2000 in Sydney.