Vioolconcert (Chatsjatoerjan)

Het Vioolconcert in d mineur, opus 46 is een compositie van de Armeense componist Aram Chatsjatoerjan. Chatsjatoerjan schreef het werk in 1940.

Vioolconcert
ComponistAram Chatsjatoerjan
Soort compositievioolconcert
Gecomponeerd voorviool (of fluit) en symfonieorkest
Toonsoortd mineur
Opusnummer46
Compositiedatum1940
Première16 november 1940
Opgedragen aanDavid Oistrach
Duurca. 39 minuten
OeuvreOeuvre van Aram Chatsjatoerjan
Portaal    Klassieke muziek

Het vioolconcert bestaat uit drie delen:

  1. Allegro con fermezza
  2. Andante sostenuto
  3. Allegro vivace

Geschiedenis

Chatsjatoerjan componeerde zijn vioolconcert in twee maanden in de zomer van 1940. Hij droeg het werk op aan de Russische meesterviolist David Oistrach. Het werk beleefde haar première op 16 november dat jaar te Moskou.

Chatsjatoerjan zette met de drieark van concerten, - een pianoconcert (1936), een celloconcert (1946) en dit vioolconcert – zijn reputatie als de grootste Armeense componist van zijn tijd veilig. Het vioolconcert is geschreven in de traditie van de grote romantische vioolconcerten als het vioolconcert van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.

Het concert werd zeer goed ontvangen. Chatsjatoerjan ontving in 1941 er de Stalinprijs voor kunsten voor.

Er is ook een transcriptie voor fluit en orkest, gemaakt door Jean-Pierre Rampal in 1968, daartoe aangemoedigd door Chatsjatoerjan zelf. Rampal schreef voor deze transcriptie een nieuwe cadenza voor het eerste deel, maar verder bleef hij zo dicht als mogelijk bij het origineel. Binnen het repertoire voor fluit neemt het concert een prominente plaats is.

Het vioolconcert

Het Allegro con fermezza trapt af met een bruusk dalende passage van het orkest waarna de solist het voortouw neemt. De solist speelt een thema dat is gebaseerd op Armeense volksmuziek, iets wat Chatsjatoerjan graag in zijn composities mocht verwerken. De hobo zet het rustige tweede thema neer, waarna de viool pulserend speelt begeleid door akkoorden van de fluit en de harp. De passie laait weer op met een variatie op het eerste thema. Het tweede thema mengt zich erdoorheen. Dan volgt er een cadenza die vooral bestaat uit een uitwerking van het tweede thema. Na de cadenza komt het eerste thema weer terug in de vorm van een reprise. Het eerste deel sluit met een beweeglijk coda.

De fagot en de strijkers zetten voor het tweede deel een laag thema neer wat de weg opent voor de solist in een uitgesproken melodie die op Slavische liederen is gebaseerd. De strijkers doen de terughoudende sfeer wat teniet. De houtblazers volgen de strijkers om de sfeer te doen opwellen. Een korte zeer krachtige uitbarsting van het orkest is het resultaat, wat weer gevolgd wordt naar een reminiscence van de strijkers die weer laag spelen. De solist pakt de sfeer weer op waarna een passionele behandeling van het hoofdthema volgt door het gehele orkest. Het Andante sostenuto sluit in de luwte waarin het begon.

Het Allegro vivace begint met het grootst denkbare contrast ten opzichte van het vorige deel. Het gehele orkest speelt waarbij het slagwerk een prominente rol heeft. Een dergelijke opening zien we bij Chatsjatoerjan ook terug in bijvoorbeeld het eerste deel van zijn pianoconcert. Het orkest zet de levendige sfeer neer voor de solist. Op een prachtige melodie worden verscheidene figuraties losgelaten. In het centrale deel van het Allegro vivace wordt een passioneel thema neergezet dat is afgeleid van een thema uit het Allegro con fermezza. Een korte orkestrale climax brengt de zeer levendige sfeer van de opening van het derde deel terug waarna de beide gebruikte thema’s uit dit deel samenkomen tot een krachtig slot wat het concert sluit.

Bronnen

  • Naxos-uitgave Khachaturian/ Violin Concerto/ Concerto-Rhapsody -viool: Mihaela Martin - dirigent: Theodore Kuchar - Nationaal Symfonie Orkest van Oekraïne 8.555919
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.