Veenluzernevlinder
De veenluzernevlinder, veengeeltje of rijsbesvlinder (Colias palaeno) is een dagvlinder uit de familie Pieridae, de witjes.
Veenluzernevlinder | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Colias palaeno Linnaeus, 1761 | ||||||||||||||
![]() | ||||||||||||||
![]() | ||||||||||||||
vrouwtje | ||||||||||||||
Afbeeldingen Veenluzernevlinder op ![]() | ||||||||||||||
Veenluzernevlinder op ![]() | ||||||||||||||
|
Uiterlijk
De grondkleur is lichtgeel tot wit (bij het mannetje citroengeel) met een brede zwarte band langs de vleugels aan de bovenzijde van zowel voor- als achtervleugel. Beide vleugels zijn fijnrood omrand en op de kop heeft de vlinder een rode halskraag. De onderkant van de achtervleugel heeft in het midden een witte punt. De spanwijdte bedraagt 50 tot 56 millimeter. In rust zijn de vleugels gesloten.
De rups is groen met een gele lengtestreep aan beide zijdes van het lichaam.
Voorkomen
De veenluzernevlinder komt voor rond hoogvenen en moerassen. De soort komt voor in Noord-Europa, delen van de Alpen, Siberië tot aan de Amoer en Japan. De vlinder komt voor op hoogtes van 100 tot 2500 meter. In Nederland en België komt de soort niet voor, vroeger kwam de soort wel voor in de Ardennen en in Nederland werden in 1925 8 exemplaren en in 1945 1 vlinder aangetroffen.
De waardplant is rijsbes. De rupsen eten aanvankelijk alleen van de bovenkant van het blad, later het hele blad. De soort overwintert als rups.
Biotoop
De veenluzernevlinder leeft op de grens van hoogveenmoerassen en open loofbossen.
Externe link
Bronnen
|