U 18 (Kriegsmarine)

De U-18 was een Duitse onderzeeboot van het Type IIB bij de Kriegsmarine. Het schip werd besteld op 2 februari 1935 en de kiel werd gelegd op 10 juli 1935 op de Friedrich Krupp Germaniawerf AG in Kiel. De U-18 werd te water gelaten op 7 december 1935.

Vlag
U-18
Vlag
U-18 in 1942/43
Geschiedenis
Kiellegging10 juli 1935[1]
Tewaterlating7 december 1935[1]
In dienst gesteld4 januari 1936[1]
Uit dienst gesteld25 augustus 1944[1]
Algemene kenmerken
Waterverplaatsingboven water
279 ton[2]
boven water
328 ton[2]
maximaal
414 ton[2]
Afmetingen42,7 x 4,1 x 3,9 meter[2]
Bemanning22 - 24 koppen[2]
Techniek en uitrusting
Machinevermogen700 pk dieselmotor[2]
360 pk elektromotor[2]
Snelheidboven water
13 knopen[2]
onder water
7,0 knopen[2]
Bewapening3 x torpedobuizen[2]
12 x zeemijnen[2]
Portaal    Marine

De U-18 voor de Tweede Wereldoorlog

Op 20 november 1936 kwam de U-18 in aanvaring met de T156 als gevolg van deze aanvaring zonk de U-18. Als gevolg van dit ongeluk kwamen acht opvarenden om het leven, twaalf opvarenden wisten het ongeluk te overleven. Het schip werd acht dagen later gelicht en kon na reparatie op 30 september 1937 in actieve dienst worden genomen[1]

De U-18 tijdens de Tweede Wereldoorlog

Gedurende de Tweede Wereldoorlog voer de U 18 veertien oorlogspatrouilles uit. Tijdens deze patrouilles werden twee schepen tot zinken gebracht en drie beschadigd. In het begin van de oorlog opereerde het schip in de Oostzee, later werd dat de Zwarte zee het terrein van de U-18. Daar is het schip op 25 augustus 1944 in de haven van Constanţa tot zinken gebracht in verband met het oprukken van de Russische strijdkrachten.[1]

Het schip werd door de Russische strijdkrachten gelicht en uiteindelijk op 26 mei 1947 gezamenlijk met de U-24 in de buurt van Sebastopol tot zinken gebracht door de Russische onderzeeboot M-120.[1]

Bevelhebbers

  • 04-01-1936 - 20-11-1936 : Hans Pauckstadt
  • 30-09-1937 - 31-10-1937 : Heinz Beduhn (Kptlt.)
  • 01-11-1937 - 24-11-1939 : Maximum-Hermann Bauer (Kptlt.)
  • 24-11-1939 - 02-09-1940 : Ernst Mengersen (Oblt.)
  • 03-09-1940 - 17-12-1940 : Hans-Heinz Linder (Kptlt.)
  • 18-12-1940 - 06-05-1941 : Ernst Vogelsang (Kptlt.)
  • 07-05-1941 - 31-05-1942 : Hans-Achim von Rosenberg-Gruszcynski (Oblt.)
  • 01-06-1942 - 18-08-1942 : Friedrich-Wilhelm Wissmann
  • 03-12-1942 - 25-08-1944 : Karl Fleige (Oblt.)
  • 02-05-1944 - 25-05-1944 : Hans-Jürgen Bartsch (Oblt.)
  • 25-05-1944 - 07-06-1944 : Rudolf Arendt (Oblt.)
  • 22-12-1944 - 06-02-1945 : Friedrich Baumgärtel
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.