Type XXI U-boot

De Type XXI U-boot was een Duitse U-boot, waarvan tussen 1943 en 1945 119 exemplaren van de geplande 381 zijn gebouwd. De Type XXI was de eerste Duitse onderzeeër die ontworpen was om geheel onder water te kunnen functioneren, in tegenstelling tot eerdere onderzeeërs, die enkel tijdelijk konden onderduiken, maar verder boven water functioneerden zoals een gewoon schip.

Vlag
Type XXI U-bootklasse
Vlag
Diagram van U-boot type XXI
Overzicht
TypeU-boot
Geschiedenis
WerfBlohm + Voss, AG Weser, Schichau-Werke
Kiellegging1943 - 1945
Tewaterlating1944-1945
In dienst gesteld1945
Uit dienst gesteld1982
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing1621 ton (aan de oppervlakte), 1819 ton (onder water)
Lengte76,7 meter
Breedte6,6 meter
Diepgang6,3 meter
Operationele diepte280 meter
Bemanning57-60
Techniek en uitrusting
Bewapening6 x 53 cm torpedobuizen
23 torpedo's
4 x 20 mm Flak
Portaal    Marine
Wilhelm Bauer in Bremerhaven

Een van de verbeteringen die de Type XXI met zich meebracht ten opzichte van eerdere U-boten (zoals de Type VII U-boot) was de grotere batterijcapaciteit. De gestroomlijnde vorm van de Type XXI stelde hem in staat hoge snelheden te bereiken. Boten van dit type konden op eigen kracht van Europa naar Zuid-Amerika varen.

Geschiedenis

In 1942 verloor Duitsland het overwicht in de oorlogsvoering op de Atlantische Oceaan. Om het tij te keren werd een nieuw type U-boot ontwikkeld met een grotere actieradius, krachtigere motoren en een hogere snelheid, vooral onder water. Door de betere stroomlijn, de hogere snelheid, de langere tijd dat onder water kon worden gevaren en de stillere aandrijving was dit type beter bestand tegen de middelen die in de strijd tegen de onderzeeboten werden ingezet. De boten werden gebouwd door de werven Blohm + Voss, AG Weser en Schichau-Werke. Van de 119 exemplaren zijn slechts enkele stuks door de opdrachtgever, de Kriegsmarine, in gebruik genomen en deze zijn aan het einde van de Tweede Wereldoorlog alle door de geallieerden of door de eigen bemanning tot zinken gebracht. De andere waren nog niet bedrijfsklaar of zijn wegens het gebrek aan een voldoende opgeleide bemanning niet in gebruik genomen (het ontwerp was zo complex dat de opleiding veel tijd kostte). Na afloop van de oorlog zijn exemplaren bij geallieerde marines (Franse marine, Royal Navy, de Marine van de Sovjet-Unie en de United States Navy) in dienst gesteld. Het ontwerp was zo vooruitstrevend dat pas in 1982 de laatst onderzeeboot van dit type buiten dienst werd gesteld. Van de exemplaren die bij buitenlandse marines in gebruik zijn geweest is geen enkel exemplaar bewaard gebleven. Moderne onderzeeboten werden ontwikkeld met als basis het ontwerp van type XXI.

Kenmerken

Type XXI heeft een aantal bijzondere kenmerken die afwijken ten opzichte van eerder geproduceerde U-boten. Een van die kenmerken is de 8-vormige opbouw van de drukhuid. Dit is niet de meest optimale voor een grote duikdiepte (de O-vorm heeft de voorkeur vanwege de grote stevigheid), maar is gekozen om plaats te bieden aan de vele grote accu's. Deze accu's stellen het schip in staat om gedurende lange tijd onder water te blijven. De accucapaciteit is veel groter dan die van voorgaande types. De accu's kunnen op snuiverdiepte worden geladen door de dieselmotoren. Door de snuiver niet rechtstreeks op de luchtinlaat van de motoren aan te sluiten, maar los ervan kunnen de motoren ook bij flinke golfslag blijven draaien. De gehele onderzeeboot dient dan als tijdelijke buffer. Een nadeel daarvan is dat de bemanning last van de oren kan krijgen door de wisselende druk.

Verder bevinden zich uitsluitend torpedobuizen aan de voorzijde. De hoge snelheid waarmee het schip kan ontsnappen aan een aanval maakt het naar achteren vuren van een torpedo in de richting van de aanvaller overbodig. Ook ontbreekt er een dekkanon. Dit zou de stroomlijn nadelig beïnvloeden, wat de snelheid beperkt en het geluid dat het schip tijdens het varen onder water produceert, vergroot. Aan de stroomlijn is bijzonder veel aandacht besteed. Hierdoor is het type XXI niet alleen sneller onder water, maar ook veel lastiger akoestisch te detecteren.

Bouwwijze

Secties van een type XXI onderzeeboot

De bouw werd gestart in een tijd dat de Duitse oorlogsindustrie zwaar te lijden had onder geallieerde bombardementen. Minister van bewapening Albert Speer stelde Otto Merker aan om met zijn kennis van massaproductie de productie op een geheel andere wijze dan tot dan toe gebruikelijk op te zetten. Om de productiesnelheid te verhogen en de risico's te spreiden, werd de boot niet in zijn geheel gebouwd, maar in acht secties die in fabrieken verspreid over het land werden afgebouwd om daarna per spoor of over water naar de werf te worden getransporteerd. Op de scheepswerf werden deze secties tot een geheel gelast. Deze voor die tijd revolutionaire werkwijze is zeer efficiënt en wordt nog steeds toegepast. De secties zijn vanaf alle zijden toegankelijk, wat het afbouwen versnelt en door het spreiden van de bouw van gelijke secties over verschillende locaties werd voorkomen dat de productie volledig stil kwam te liggen na een enkel bombardement. Een nadeel van deze opzet was dat veel bedrijven die de losse secties bouwden weinig tot geen kennis hadden van het bouwen van onderzeeërs, waardoor op de werf veel vermijdbare problemen tijdens de afbouwfase moesten worden opgelost. Mede hierdoor vertraagde de oplevering.

Museum onderzeeboot Wilhelm Bauer

In de haven van Bremerhaven ligt de Wilhelm Bauer (U 2540). Het is een museumschip en het is de enige onderzeeboot van dit type die is behouden. De onderzeeboot kwam in februari 1945 gereed. De U-boot is nooit ingezet en werd moedwillig door de eigen bemanning tot zinken gebracht aan het einde van het Tweede Wereldoorlog. In juni 1957 werd hij geborgen en opgeknapt en hij heeft van 1960 tot 1980 dienstgedaan bij de Duitse marine. De Wilhelm Bauer is ruim 76 meter lang en bijna 7 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 1620 ton en 1820 ton onder water.

U-3523

Op 13 april 2018 werd bekend dat een tweede exemplaar van dit type was gevonden in de Deense territoriale wateren, door duikers van het museum van zeeoorlogen op Jutland.[1] Het gaat om de U-3523, die op 6 mei 1945 door een Britse B-24 Liberator met dieptebommen tot zinken is gebracht, waarbij alle 59 bemanningsleden om het leven zijn gekomen. Het wrak werd aangetroffen op ongeveer 16 kilometer van de plaats waar het volgens opgave van de vliegers zou moeten liggen. Het wrak ligt 123 meter diepte.[2] Omdat de U-3523 tot dan toe niet was gevonden bleven hardnekkige geruchten de ronde doen dat hooggeplaatste Nazi's aan het einde van de oorlog ermee naar Zuid-Amerika zouden zijn gevlucht, samen met een goudschat.

Zie de categorie Type XXI submarines van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.