Toyota Carina

De Carina was een compacte middenklasse personenauto van Toyota, dat van 1970 tot 2000 in productie was. Na de Corolla is de Carina de meest geproduceerde Toyota in de geschiedenis van het merk. In 1998 werd de Carina in Europa opgevolgd door de Toyota Avensis, en in 2000 in Japan door de Toyota Allion.

Toyota Carina
Toyota Carina E (1992-1997)
Productiejaren1970 - 2000
KlasseMiddenklasse
Uitvoeringen
sedan, liftback
OpvolgerToyota Avensis
Portaal    Auto

Eerste generatie (TA12,TA14; 1970–1977)

Carina 1.6 (1971)

De eerste Carina kwam in 1970 op de markt, tezamen met de op dezelfde bodemgroep gebouwde coupé, de Celica. De Carina was voorzien van een 1578 cc blok met onderliggende nokkenas, dat 75 pk bood. In eerste instantie was de auto voorzien van vier versnellingen, later werd ook een vijf versnellingsbak toegepast. In Europa werd de auto in drie tweedeursvarianten aangeboden: 1.6 Economic, 1.6 Special en 1.6 Deluxe.

Tweede generatie (TA40; 1978-1982)

De tweede generatie was een nieuw ontwerp, de auto werd hoekiger dan zijn voorganger. De motoren waren ongewijzigd, naast het 75 pk blok was er al sinds 1973 een 86 pk blok met dubbele carburateur. De TA40 was leverbaar als twee- en vierdeurs sedan, en als stationwagon.

Derde generatie (TA60,CT60; 1981-1984)

Bij het derde ontwerp werd de auto, conform de stijlgewoontes van die tijd, nog hoekiger en vierkanter. De TA60 was net als zijn voorgangers een achterwielaangedreven auto, waar de concurrentie al voorwielaandrijving bood. Naast de bekende benzinemotoren werd er nu ook een 1839 cc dieselmotor beschikbaar die 64 pk leverde. De belangrijkste concurrent voor de Carina in die tijd was de Nissan Bluebird.

Carina II (AT15; 1983-1988)

De Toyota Corona werd in 1983 op de Europese markt als Carina II aangeboden, omdat de naam Carina daar beter zou liggen. Dit was de eerste voorwielaangedreven Carina, die leverbaar was als sedan en liftback. Er kon naar keuze een 1.6 liter benzine- of 2.0 liter dieselmotor worden besteld. Vanaf 1986 werd ook een 1.8 liter benzine injectiemotor leverbaar.

Carina II (T17; 1988-1992)

De vernieuwde Carina II was voorzien van nieuwe motoren met multikleppentechniek in 1.6 of 2.0 liter uitvoering, of een 2.0 liter diesel. Als carrosserievarianten waren de sedan, liftback en stationwagon in het programma opgenomen.

Carina E (TA19; 1992-1997)

Carina E stationwagon (1997)

Het laatste Carinamodel was de Carina E, waarbij de E benadrukte het belang dat Toyota hechtte aan de Europese markt voor deze auto. De Carina E werd zowel in Japan (als Corona) als in Engeland gefabriceerd (vanaf 1993). Kwalitatief waren de auto's niet gelijk: De Engelse Carina's hebben nog weleens problemen met de stuurinrichting. De Carina E werd met name populair omdat de auto relatief veel ruimte bood in vergelijk met concurrerende auto's.

De 1.6 liter en 1.8 liter-motoren beschikten over een z.g. lean-burn uitvoering. Hiermee wordt een arm brandstofmengsel gebruikt met relatief meer lucht dan normaal. Toyota paste deze techniek voor het eerst toe in de vierde generatie Carina (AT15, T150) modellen.

In september 1997 stopte de productie van de Carina E.

Zie de categorie Toyota Carina van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.