Theofanie

Een Theofanie van het Oudgriekse: (ἡ) θεοφάνεια; theophaneia is een zichtbare manifestatie van een godheid aan de mens.

De term wordt o.a. gebruikt om te verwijzen naar een verschijning van de goden in de mythes van het oude Griekenland en Nabije Oosten. De Ilias is de vroegste bron waarin een theofanie wordt beschreven in de klassieke traditie (en ze komen vaak voor in de Griekse mythologie[1]), maar er wordt aangenomen dat de vroegste beschrijving van een theofanie voorkomt in het Gilgamesj-epos[2].

Voor christenen en joden heeft de term een specifieke betekenis gekregen. In het Oude Testament verscheen God aan de volgende personen:

  • Adam (Genesis 3:8)
  • Abraham (Genesis 17:1-4, 9-10, 15-16, 22; Genesis 18:1-3, 10)
  • Jakob (Genesis 32:24-30)
  • Mozes (Exodus 3:2-6)
  • Jozua (Jozua 5:13-15)
  • Elia (1 Koningen 19:11-13)
  • Daniël (Daniël 3:22-25)

De komst van Christus zoals beschreven in het Nieuwe Testament wordt incarnatie genoemd.

De Katholieke Kerk, de Orthodoxe Kerk en enkele andere zoals de Lutherse kerken vieren het feest van de theofanie op 6 januari. Deze dag wordt epifanie genoemd. De Latijnse Kerk viert dan het bezoek van de drie wijzen (Driekoningen), waarmee Jezus zich aan de wereld bekendmaakte. De Orthodoxie viert dan de gedachtenis van de doop van Jezus, waarbij de Heilige Geest zich openbaarde.

Referenties

  1. Louden, Bruce (2006). The Iliad: Structure, Myth, and Meaning. Baltimore: JHU Press (p241).
  2. Bulkley, Kelly (1993). "The Evil Dreams of Gilgamesh: An Interdisciplinary Approach to Dreams in Mythological Texts". in Rupprecht, Carol Schreier. The Dream and the Text: Essays on Literature and Language. Albany, New York: SUNY Press. p163.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.