Theo Spek

Na zijn studie bodemkunde en historische-geografie aan de Landbouwhogeschool Wageningen werkte hij als projectleider en landschapsonderzoeker bij de Afdeling Historische Geografie van de Stichting voor Bodemkartering, DLO-Staring Centrum en Alterra in Wageningen. In 2004 promoveerde hij aan de Wageningen Universiteit bij professor Jelle Vervloet op het proefschrift Het Drentse Esdorpenlandschap; een historisch-geografische studie. Het werd met 1100 pagina's in twee banden het dikste proefschrift ooit aan de Wageningen Universiteit. In 2005 ontving hij voor deze publicatie de Prof. Van Winterprijs voor het beste Nederlandse boek op het gebied van de regionale en lokale geschiedenis. Kenmerkend voor zijn onderzoek is een sterk interdisciplinaire aanpak waarin fysisch-geografische, historisch-geografische, historisch-ecologische en toponymische bronnen en methoden worden gecombineerd tot een samenhangend verhaal over de landschapsgeschiedenis. Een belangrijke rol is in zijn werk ook weggelegd voor de toepassing van wetenschappelijke resultaten in natuur- en landschapsbeheer, erfgoedzorg, ruimtelijke ordening en landinrichting.

Theo Spek werkte van 1995 tot 2003 als landschapsonderzoeker en projectleider bij Alterra in Wageningen en van 2003 tot 2010 bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Bij deze dienst was hij projectleider en programmaleider van grote interdisciplinaire landschapsprojecten, zoals het Miedenproject in de Noordelijke Friese Wouden,[1] het onderzoek naar de strubben op de Veluwe[2][3] en de landschapsbiografie van de Drentse Aa in het Nationaal Landschap Drentsche Aa.[4][5][6]

Tussen 2000 en 2006 was Spek secretaris-generaal van PECSRL, het grootste Europese netwerk van landschapsonderzoekers (440 leden in 35 Europese landen). Momenteel vervult hij circa tien nevenfuncties, onder andere lid van de Raad van Toezicht van het Nationale Park De Hoge Veluwe, lid Raad van Toezicht Landschapsbeheer Drenthe, voorzitter van de Stichting Verdronken Geschiedenis, lid van de Adviescommissie Natuur van het Prins Bernhard Cultuurfonds, bestuurslid van het K.N.N.V., hoofd van de wetenschappelijke adviescommissie van Geopark De Hondsrug, lid van de Nationale Adviescommissie Geoparken, bestuurslid van de Stichting Netwerk Historisch Cultuurlandschap, lid Redactieraad Tijdschrift Vitruvius, lid Committee van Aanbeveling Gebiedsfonds Drentsche Aa, member of the Advisory Board of the scientific journal Rural Landscapes (Stockholm University Press) en adviseur van de Europese Commissie in Brussel op het terrein van Cultural Heritage.

Sinds 2006 is prof. dr. ir. Theo Spek werkzaam als hoogleraar Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, ondergebracht bij de Faculteit Letteren. Van 2006 tot 2010 was hij bijzonder hoogleraar, vanaf 2010 gewoon hoogleraar. Samen met Anne Wolff en Jeroen Zomer richtte hij op 1 september 2010 het Kenniscentrum Landschap van de RUG op. Dit interdisciplinaire universitaire centrum is met zes stafleden, negen promovendi en meer dan vijftig master- en research masterstudenten in de afgelopen vijf jaar uitgegroeid tot het belangrijkste wetenschappelijke onderzoeks- en opleidingsinstituut op het terrein van het Nederlandse landschap. Als enige in Nederland biedt de RUG een masteropleiding Landschapsgeschiedenis aan die zich exclusief richt op verleden, heden en toekomst van het Nederlandse en Europese cultuurlandschap.

Het Kenniscentrum Landschap voert naast fundamenteel onderzoek door promovendi en stafleden ook veel opdrachtprojecten uit voor overheden, natuur- en erfgoedorganisaties, uitgevoerd door jonge professionals. Daarnaast organiseert KCL landschapscursussen, excursies, symposia en congressen voor het werkveld.

• Esdorp