Tachograaf (wegvervoer)

Een tachograaf (uit het Oudgrieks: ταχύς, tachys = snel en γράφειν, graphein = schrijven) is niet alleen een instrument dat de rijtijd en rijsnelheid van een vrachtauto of bus registreert, maar ook in de beroepsmatige binnenvaart gebruikt wordt voor de controle van de vaartijden.

Digitale tachograaf
Mechanische Tachograafschijf

Aan de hand van de tachograafschijf kunnen de rij-/vaar- en werktijden gecontroleerd worden. In Nederland werd de tachograaf in 1974 ingevoerd door staatssecretaris Michel van Hulten en controleert de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de politie de naleving van het rijtijdenbesluit. In België zijn de Directie Controle van het Directoraat-generaal Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, de Directie Toezicht op de Sociale Wetten (TSW) van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg alsmede de federale en lokale politie daarvoor verantwoordelijk.

Typen

Er zijn twee typen tachografen, de analoge die gebruikmaakt van een tachograafschijf en de sinds 2006 verplichte digitale tachograaf welke gebruikmaakt van een bestuurderspas. Een tachograaf wordt aangesloten op de aandrijving van het voertuig (meestal de versnellingsbak).

Er zijn diverse tachograafuitvoeringen, zoals:

  • voor een of twee bestuurders;
  • digitaal of analoog;
  • verschillend soorten meetbereik (0 tot 100, 125 of 180 km/h).

In sommige landen is het verplicht een tachograaf te gebruiken met:

  • brandstofverbruik
  • toerentalregistratie

Inbouw

Een tachograaf mag alleen worden ingebouwd door een erkend installateur. Na de installatie moet de tachograaf worden verzegeld en komt er een installatieplaatje op. Elke twee jaar moet een tachograaf worden geijkt en gecontroleerd. In de praktijk gebeurt het met de verplichte APK.

Installatieplaatje

Op het installatieplaatje moeten de volgende gegevens staan:

  • de naam, adres en het verzegelingsnummer van de installateur;
  • de datum van de installatie van de tachograaf;
  • het kenteken van het voertuig;
  • het chassis- of voertuigidentificatienummer (VIN);
  • het impulsgetal;
  • de bandenmaat.

Typeplaatje

De fabriek waar de tachograaf is gemaakt moet een typeplaatje aanbrengen. Op dit typeplaatje staat belangrijke informatie voor de installateur en fabrikant. Ook staat er op dit plaatje een E-nummer, dit heeft de chauffeur nodig om te bepalen welk type tachograafschijf geschikt is voor de tachograaf.

Verzegeling

Op alle plaatsen waarop de registratie van een tachograaf beïnvloed kan worden (fraude gepleegd) is deze verzegeld. De bekendste verzegelingspunten zijn:

  • tussen de aandrijfkabel en de versnellingsbak en alle onderbreekbare punten daartussen;
  • tussen de aandrijfkabel en de tachograaf en alle onderbreekbare punten daartussen;
  • de binnenkant van de tachograaf.

Digitale tachograaf

De digitale tachograaf (Digitach) is sinds 1 mei 2006 verplicht in alle EU-lidstaten. Deze is ingevoerd ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van de bus- en vrachtwagenchauffeurs doordat de rij- en rusttijdenregistratie inzichtelijker en minder fraudegevoelig is. Door de EU-brede invoering ontstond ook een harmonisatie van de handhaving.

De digitale tachograaf maakt geen gebruik meer van een tachograafschijf maar gebruikt zijn interne geheugen en een bestuurderspas. Op het interne geheugen slaat hij alle gegevens op van de laatste 365 dagen van het voertuig. De gegevens welke op de bestuurderspas worden opgeslagen, moeten elke 21 dagen worden gedownload. De chauffeur heeft meer werk te doen door de digitale tachograaf. Dit komt doordat de chauffeur bij een stop de tachograaf vanwege de registratie handmatig op een andere functie (bijvoorbeeld rusten of lossen) moet zetten.

Als een chauffeur op zowel een vrachtwagen met analoge als een vrachtwagen met digitale tachograaf rijdt, dan moet hij na de rit met de digitale tachograaf een bonnetje uitprinten, waarop de rij- en rusttijden en de handtekening van de chauffeur staan. Dit om later de rij- en rusttijden te kunnen verantwoorden. De chauffeur moet alle gegevens over rij- en rusttijden over de voorgaande 28 dagen bij zich dragen. Deze gegevens dienen bij een controle getoond te kunnen worden.

Invoering

De invoering van de digitale tachograaf stond gepland voor 5 augustus 2005. Op 27 juni 2005 vroeg de Transportraad van de Europese Commissie om de invoering uit te stellen tot 1 januari 2006. Het Europees Parlement had eveneens op uitstel aangedrongen. De Raad van Ministers van Vervoer deelde echter mede dat 5 augustus 2005 bleef staan als begindatum voor de introductie en het effectief gebruik van de digitale tachograaf in de 25 lidstaten van de Europese Unie. Er werd wel een overgangsperiode voorzien tot eind december 2006. De digitale tachograaf is sinds 1 mei 2006 verplicht voor vrachtwagens met aanhangwagens waarvan het eigen gewicht vermeerderd met het laadvermogen meer dan 3500 kilo bedraagt. Voor autobussen geldt deze verplichting als deze meer dan acht personen (exclusief de bestuurder) kunnen vervoeren. Sinds 5 augustus 2005 moeten de in België nieuw ingeschreven voertuigen uitgerust zijn met de digitale tachograaf. Een uitzondering wordt gemaakt voor bestelbusjes van kleine ondernemers als hoveniers, aannemers, loodgieters en markthandelaren. In Nederland geldt een uitzonderingspositie voor bestelauto's.[1]

Passen

De digitale tachograaf maakt gebruikt van passen. Deze zijn voorzien van een chip en zijn zo groot als een bankpas. Er zijn vier typen:

Defecte tachograaf

Er moet door zowel de bestuurder als de eigenaar van het voertuig worden gecontroleerd of de tachograaf nog wel goed werkt. Indien een tachograaf defect is moet deze binnen zeven dagen door een erkend installateur worden vervangen of gerepareerd. Omdat een defecte tachograaf niet de verplichte tijdregistratie doet moet een bestuurder van een voertuig met een defecte tachograaf de achterzijde van een tachograafschijf invullen.

Reparatieverklaring

Bij een reparatie kan het nodig zijn dat een verzegeling wordt verbroken. Vanaf dat moment dient een reparatieverklaring in de auto aanwezig te zijn. Op deze verklaring moet vermeld staan:

  • de datum van het verbreken van de verzegeling;
  • de reden van het verbreken van de verzegeling;
  • de naam, functie en handtekening van de persoon die de verzegeling verbroken heeft.

Vrijstellingen

In Nederland moeten bestuurders van een bedrijfswagen met een GVW (Gross Vehicle Weight) hoger dan 3500 kg zich houden aan het rijtijdenbesluit. Deze verplichting geldt ook voor lichte bedrijfswagens (B-rijbewijs) met een aanhangwagen die gezamenlijk een GCW (Gross Combination Weight) hebben van meer dan 3500 kg. In principe moeten zij dus gebruik maken van een tachograaf en de bijhorende bestuurderspas.

In 2015 is de wetgeving veranderd: Bedrijfswagens met een GVW of GCW tot 7500 kg komen in aanmerking voor vrijstelling mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De bestuurder kan aantonen dat hij/zij niet meer dan 12 uur per week met het voertuig of combinatie heeft gereden.
  • De bestuurder binnen een straal van 100 km (mag grensoverschrijdend) van de vestiging blijft.
  • De bestuurder alleen eigen materialen vervoert.

Bij controle moet de bestuurder te allen tijde een rittenadministratie kunnen overleggen. Deze administratie is dan vormvrij zoals bijvoorbeeld werkbonnen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.