Sjakie en de chocoladefabriek

Sjakie en de chocoladefabriek (Engelse titel Charlie and the Chocolate Factory) is een kinderboek van de Engelse schrijver Roald Dahl, oorspronkelijk uitgebracht in 1964. Het boek wordt vaak gezien als een van de beste kinderboeken van de 20e eeuw.

Sjakie en de chocoladefabriek
(Boekomslag op en.wikipedia.org)
Oorspronkelijke titelCharlie and the Chocolate Factory
Auteur(s)Roald Dahl
Vertalerin naam Harriët Freezer, maar in feite haar dochter, Huberte Vriesendorp[1]
IllustratorJoseph Schindelman (origineel, VS)
Faith Jaques (origineel, VK)
Michael Foreman (1985)
Quentin Blake (1995)
Ethan Seth (2016)
LandEngeland
TaalEngels
GenreJeugdliteratuur, Fantasy
UitgeverAlfred A. Knopf, Inc. (origineel)
Penguin Books (tegenwoordig). In het Nederlands uitgegeven door Fontein.
Uitgegeven1964
Mediumboek (hardback, paperback)
Pagina's174
ISBN-code0394910117
VervolgSjakie en de grote glazen lift
Portaal    Literatuur

Het verhaal

Zandsculptuur in Weston-super-Mare

Sjakie Stevens (Engelse naam Charlie Bucket) is een arm jongetje. Hij woont samen met zijn ouders en zijn vier grootouders in een klein huisje. Het enige inkomen dat de familie van zeven heeft, komt van de vader, die dopjes op tandpastatubes draait in een fabriek.

In de stad waar Sjakie woont, vlak bij zijn eigen huis, staat de beroemde chocoladefabriek van Willy Wonka. Willy Wonka staat bekend als de beste producent ter wereld van chocola en ander snoepgoed. Hij heeft dingen uitgevonden die nog niemand had kunnen maken, zoals ijs dat nooit smelt of kauwgom die nooit zijn smaak verliest. Zijn fabriek is echter gehuld in mysteries. Al jaren heeft Wonka zich niet in het openbaar vertoond en in zijn fabriek lijken geen mensen meer te werken, de deuren zijn altijd gesloten. Alle arbeiders zijn een aantal jaar geleden ontslagen wegens bedrijfsspionage van concurrenten. Wonka zelf is hierna enige tijd spoorloos verdwenen. Toch produceert de fabriek nog steeds het heerlijkste snoepgoed. Niemand weet echter hoe het kan dat de fabriek kan draaien zonder dat er ook maar iemand naar binnen gaat. Dat er niemand naar binnen gaat, ziet Sjakie als hij naar school gaat en terug. Hij komt dan langs de fabriek en ziet dan dat de poort altijd gesloten is, er zit een hangslot om het hek.

Op een dag leest Sjakies vader in de krant dat er een wedstrijd wordt uitgeschreven. In vijf willekeurige chocoladerepen van Wonka bevindt zich een Gouden Toegangskaart. De vijf kinderen die zo'n kaart vinden, mogen de fabriek bezoeken. Ze zullen hierbij rondgeleid worden door Willy Wonka. Bovendien krijgen de vinders van de Gouden Toegangskaart ieder levenslang gratis snoepgoed van Willy Wonka. Sjakie wil een Gouden Toegangskaart vinden omdat hij graag een bezoek wil brengen aan de fabriek om te zien hoe die er van binnen uitziet, maar zijn ouders zijn erg arm en kunnen zich geen chocolade permitteren, afgezien van een enkele Wonka-reep per jaar die Sjakie voor zijn verjaardag krijgt, maar daar blijkt geen Gouden Toegangskaart in te zitten. Opa Jakob geeft Sjakie stiekem geld voor nog een reep, maar ook hierin zit geen kaart. In de tussentijd worden al vier van de vijf Gouden Toegangskaarten gevonden.

De situatie van de familie Stevens verslechtert als de vader van Sjakie zijn baan kwijtraakt door een faillissement van zijn fabriek. Daar komt bij dat de stad zucht onder een ijskoude sneeuwstorm. De familie begint langzaam te verhongeren. Als de uitgemergelde Sjakie op straat een tientje vindt, besluit hij nog een reep te kopen om wat te eten te hebben, en de rest van het geld aan zijn moeder te geven. De altijd hongerige Sjakie besluit nog een tweede reep te kopen, en daarin blijkt de laatste Gouden Toegangskaart te zitten. Opa Jakob, die er met Sjakie het meest op gebrand is de fabriek in het echt te zien en bovendien de vitaalste van de vier grootouders is, gaat met Sjakie mee naar de rondleiding. De kaart is net op tijd gevonden, want de rondleiding staat gepland voor 1 februari, en dat is de volgende dag.

De volgende dag vertrekt Sjakie samen met opa Jakob naar de fabriek. Daar ontmoeten ze ook de vier andere winnaars: Veruca Peper, Joris Teevee, Violet Beauderest en Caspar Slok, waarna de rondleiding begint. Bijna alles in de fabriek bevindt zich ondergronds, alleen daar is namelijk genoeg ruimte. Willy Wonka heeft er zijn eigen paradijs van gemaakt. Zo heeft hij onder andere een landschap aan laten leggen dat helemaal gemaakt is van eetbare producten, met in het midden een chocoladerivier waarin voor het kloppen en mengen van de chocolade een "waterval" is verwerkt. De gasten varen over de rivier in een boot die is gemaakt van een heel groot zuurtje. De rondleiding leidt ook langs kamers waar allerlei vreemde dingen worden gemaakt.

Ook wordt duidelijk hoe Willy Wonka zijn fabriek draaiende houdt zonder menselijke arbeiders. Hij heeft een speciaal volkje in dienst, de Oempa Loempa's, die daar werken in ruil voor cacaobonen en permanent onderdak in de fabriek. Willy Wonka ontmoette dit volkje terwijl hij in Loempa-land op zoek was naar nieuwe ideeën voor zijn chocolade. Het volkje woonde in boomwoningen om niet ten prooi te vallen aan roofdieren. Willy Wonka vroeg de Oempa Loempa's of ze bij hem in de fabriek wilden komen werken. Hij zou ze uitbetalen in cacaobonen, die ze zelf bijna niet konden vinden. Dit aanbod namen de Oempa Loempa's maar al te graag aan. Willy Wonka hoefde met dit nieuwe personeel niet meer bang te zijn voor spionnen die zijn recepten stalen.

De vier andere kinderen maken geen van allen de rondleiding af, doordat hen allerlei vreemde ongelukken overkomen als gevolg van hun eigen (onopgevoede) gedrag (zie Nevenpersonages). Sjakie blijft uiteindelijk van de uitverkoren kinderen alleen over, omdat hij de enige is die geen rare dingen doet. Willy Wonka onthult aan hem de ware reden van de rondleiding: hij was op zoek naar een geschikte opvolger omdat hij zelf niet eeuwig door kan gaan met snoepproductie, en Sjakie blijkt nu de perfecte kandidaat. Hij en zijn familie mogen in de fabriek wonen en zullen nooit meer honger hoeven te lijden. Sjakie, zijn opa en Willy Wonka vliegen met Wonka’s glazen lift dwars door het dak van Sjakies huis om de ouders en grootouders (met bed en al) op te halen. De vier andere kinderen zien ze zwaar gehavend en sterk veranderd naar huis gaan.

Nevenpersonages

  • Casper Slok (Augustus Gloop) is een jongen die alleen maar aan eten en snoepen denkt en daardoor moddervet is geworden. Dat hij een Gouden Toegangskaart heeft is niet zo gek: omdat hij zo veel repen eet, maakt hij er meer kans op. In de boeken staat niets over zijn herkomst, maar in beide films komt hij uit Duitsland. Caspar valt al aan het begin van de rondleiding af in de Chocoladehal. Hij valt in de chocoladerivier omdat hij de vloeibare chocola per se wil opdrinken. Vervolgens wordt hij in een pijp opgezogen naar een van de fabriekshallen. De Oempa-Loempa's weten hem er uiteindelijk uit te halen, maar door het omhoog geperst zijn in de nauwe pijp is Casper een stuk slanker geworden.
  • Violet Beauderest (Violet Beauregarde) is een meisje dat voortdurend kauwgom kauwt. Het eerste wat opvalt aan haar zijn haar kaken, die machinaal op en neer gaan. Ook is ze competitief: zo zag ze de Gouden Toegangskaart als een 'prijs' die ze kon winnen en ze hield een wedstrijd kauwgomkauwen met haar vriendin Cornelia Prinsetatel, waarbij ze het record kauwgum kauwen wist te breken. In de film uit 2005 wordt meer nadruk gelegd op haar competitieve gedrag: ze is hier ook arrogant en egocentrisch en geobsedeerd door het winnen van welke wedstrijd dan ook. In de boeken wordt er over haar herkomst niets gezegd, maar in de films komt ze uit de Verenigde Staten. Violet wil in de "Uitvindkamer" na een demonstratie van een kauwgommachine per se de kauwgom proeven die eruit is gekomen. Ze pakt deze ondanks een waarschuwing van Willie Wonka om dit niet te doen stiekem uit de machine. De kauwgom blijkt een experimentele "maaltijdkauwgom" te zijn die nog niet volledig is getest. Het nagerecht, "bosbessentaart met slagroom", laat haar opzwellen en maakt haar paars (violet), zodat ze er zelf als een enorme bosbes uitziet. Ze wordt afgevoerd om te worden uitgeperst als een rijpe vrucht, maar na afloop blijkt dat ze nog steeds violet is.
  • Veruca Peper (Veruca Salt) is een uiterst verwend en ondankbaar meisje dat alles krijgt wat ze wil van haar rijke vader, een fabriekseigenaar die zijn werknemers repen liet kopen en openen omdat Veruca zo graag een Gouden Toegangskaart wilde. Anders lag ze de hele avond op de grond te huilen. De naam Veruca Salt betekent 'wrattenzout', terwijl het meisje Veruca net als wratten een voortdurende ergernis is. In de boeken wordt niet gezegd waar zij vandaan komt, maar in de films heeft Veruca de Britse nationaliteit. Veruca valt af in de notenkamer, waar walnoten worden gekraakt door getrainde eekhoorns, voor verwerking in notenrepen. Wonka gebruikt die omdat alleen eekhoorns noten heel uit hun dop krijgen en omdat ze onderscheid kunnen maken tussen goede en bedorven noten. Veruca wil per se een getrainde eekhoorn hebben, maar Wonka wil die niet verkopen. Dan probeert ze er zelf eentje te vangen. Ze wordt tot haar schrik overmeesterd door de eekhoorns en tot 'bedorven noot' bestempeld (haar hoofd moet volgens Wonka hol geklonken hebben), waarop ze net als de bedorven noten in een vuilniskoker wordt gegooid. Haar ouders hopen haar er nog uit te halen, maar worden zelf door de eekhoorns het vuilnisgat ingeduwd. Veruca is zo verwend door haar ouders dat haar karakter 'bedorven' is en het riool dus een heel geschikte plaats is voor haar. Na afloop ziet Sjakie haar en haar ouders naar buiten komen, bedolven onder afval. Veruca is het enige kind bij wie de ouders ook de gevolgen ('straf') van haar wangedrag ondergaan hoewel bij alle kinderen de ouders (mede)schuldig zijn.
  • Joris Teevee (Mike Teavee) is een jongen die verslaafd is aan televisiekijken, dag en nacht. Slechts voor het bezoek aan de chocoladefabriek komt hij achter het scherm vandaan. Hij is agressief en gewelddadig door het vele televisiegeweld waaraan hij is blootgesteld, maar ook een betweter die het voortdurend beter meent te weten dan Wonka. Joris haalt wetenschappelijke argumenten aan terwijl Wonka's werk gebaseerd is op verbeelding. Wonka reageert met de opmerking dat Joris niet zo moet mompelen omdat hij er niets van verstaat. In de boeken wordt zijn nationaliteit niet aangegeven, maar in de films komt hij uit de Verenigde Staten. Joris valt uiteindelijk af in de televisiekamer, waar Wonka experimenteert met het overstralen van snoepgoed naar een televisiescherm. Die snoepjes worden piepklein, want dat gebeurt ook met televisiebeelden. Joris wil per se als eerste mens per televisie worden overgestraald en gaat zelf onder het apparaat staan. Het lukt, maar hij wordt daardoor wel piepklein. Zijn vader stopt hem in zijn zak en ze worden afgevoerd naar een trekzaal voor trekdrop, waar Joris uitgerekt wordt. Joris is zodoende van de "verkeerde" kinderen die de fabriek bezichtigen de enige die willens en wetens de consequenties van zijn gedrag ondergaat. Na afloop blijkt hij twee meter lang geworden te zijn. Zijn ouders komen hierna meteen tot inkeer en tot grote woede van Joris kondigt vader Teevee aan dat de tv het huis uitgaat zodra ze terug zijn.

Eerdere ideeën

In een eerdere versie van het manuscript voor "Sjakie en de chocoladefabriek" lag de nadruk nog meer op de fabriek zelf, werden er wekelijks rondleidingen gegeven, had Willy Wonka een zoon genaamd Freddie, en kreeg Sjakie op het eind niet de fabriek maar een eigen chocoladewinkel. Tevens was Sjakie in deze eerste versie een zwarte jongen.[2]

Verloren hoofdstukken

In 2005 werd een kort hoofdstuk getiteld Spotty Powder, dat oorspronkelijk nog voor de eerste druk uit het boek was verwijderd, alsnog toegevoegd aan het verhaal. In dit hoofdstuk komt een extra personage voor bij de rondleiding, een meisje genaamd Miranda Piker. Wanneer Wonka de groep een nieuw soort snoepgoed laat zien waarmee kinderen kunnen doen alsof ze ziek zijn om zo te spijbelen, wordt Miranda’s vader die onderwijzer is razend. Hij en zijn dochter proberen te voorkomen dat het snoepgoed ooit op de markt zal komen. Ze rennen de uitvindkamer waar het snoep gemaakt wordt binnen, waarna er een hoop geschreeuw klinkt. Wat er precies gebeurt met de twee wordt niet duidelijk, maar Willy Wonka geeft een van de Oempa Loempa’s het bevel om Miranda’s moeder naar de boilerkamer te brengen omdat ze daar haar man en dochter terug zal vinden.[3]

In 2014 meldde The Guardian dat er nog een ander verdwenen hoofdstuk was opgedoken, Fudge Mountain, dat uiteindelijk niet geschikt was bevonden voor de Britse kinderen van destijds. Hieruit zou tevens blijken dat er in eerdere versies van het verhaal geen vijf, maar acht kinderen in de fabriek waren. In het allereerste script zouden het er zelfs vijftien zijn geweest.[4]

Vervolg

In 1973 kreeg het verhaal een minder bekend geworden vervolg, Sjakie en de grote glazen lift.

Kritiek

Hoewel het boek al sinds de oorspronkelijke uitgave populair is bij een groot publiek, is het ook al jarenlang onderwerp van kritiek. Zo werden de Oempa-Loempa’s oorspronkelijk omschreven als zwarte pygmeeën, iets wat door critici als racistisch werd gezien.[5] Daarom veranderde Dahl dit in een latere versie van zijn boek.

Bewerkingen

Het boek is inmiddels tweemaal verfilmd. De eerste verfilming, Willy Wonka & the Chocolate Factory, met onder andere Gene Wilder in de hoofdrol, werd gemaakt in 1971 onder de regie van Mel Stuart. In 2005 kwam er een nieuwe verfilming, Charlie and the Chocolate Factory. Deze film, met onder anderen Johnny Depp en Freddie Highmore, werd geregisseerd door Tim Burton.

In 2013 ging in Londen een musicalversie in première.

Een hoorspelbewerking van het boek is uitgegeven als luisterboek van ongeveer 3 uur (3 cd's). De stemmen zijn van onder anderen Jan Meng, Fred Butter, Edna Kalb, Karin Meerman, Fred Meijer en Hero Muller.

In 2005 verscheen eveneens een videospel gebaseerd op de tweede verfilming.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.