Siberische zilverspar
De Siberische zilverspar (Abies sibirica) is een naaldboom uit de familie der dennen (Pinaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Carl Friedrich von Ledebour in 1833.[2][3]
Siberische zilverspar IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2013) | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bestand met Siberische zilversparren in de Westelijke Sajan, Rusland. | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Abies sibirica Ledebour (1833) | ||||||||||||||
Afbeeldingen Siberische zilverspar op | ||||||||||||||
Siberische zilverspar op | ||||||||||||||
|
Kenmerken
Siberische zilversparren worden gemiddeld 30 meter hoog, met een diameter van 50 cm. Heeft een grijsgroene tot grijsbruine stam. De naalden aan de onderzijde van de scheut bereiken lengten van 3 à 4, terwijl die aan de bovenzijde 1 à 1,5 cm lang zijn. De apex van de naald is afgestompt. De lichtgroen gekleurde naalden zijn sterk geurend. De kegels zijn ovaal, hebben een lengte van 5 à 9 cm en een dikte van 2 à 3 cm.[4]
Verspreiding
Siberische zilversparren komen voor in Rusland van de Oblast Archangelsk tot aan de Amoervallei. Komt ook voor in de Altaj en Tiensjan.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Soorten van het geslacht Abies (Zilverspar) | |
---|---|
... · A. alba (Gewone zilverspar) · A. balsamea (Balsemzilverspar) · A. cephalonica (Griekse zilverspar) · A. cilicica (Syrische zilverspar) · A. concolor (Colorado-zilverspar) · A. fraseri (Fraserspar) · A. grandis (Reuzenzilverspar) · A. holophylla (Mantsjoerijse zilverspar) · A. homolepis (Nikko-zilverspar) · A. koreana (Koreaanse zilverspar) · A. nephrolepis (Oost-Siberische zilverspar) · A. nordmanniana (Nordmann-spar) · A. pinsapo (Spaanse zilverspar) · A. procera (Nobilisspar) · A. sachalinensis (Sachalin-zilverspar) · A. sibirica (Siberische zilverspar) · A. veitchii (Veitch-zilverspar) · ... |