Samenstelling Eerste Kamer 1937-1946
De samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal 1937-1946 biedt een overzicht van de Eerste Kamerleden in de periode tussen de verkiezingen van 1937 en de verkiezingen op 12 juli 1946. De partijen staan in volgorde van grootte. De politici staan in alfabetische volgorde. Van 1940 tot 1945 werd de legislatuur onderbroken wegens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog namen veel Eerste Kamerleden ontslag of kwamen te overlijden. Hierdoor werd na de oorlog een Noodparlement ingesteld.
Gekozen bij de Eerste Kamerverkiezingen van 1937
RKSP (16 zetels)
- Ton Barge
- Henricus Maria Joseph Blomjous
- Adrianus Cornelis de Bruijn
- Johannes Antonius Maria Bruineman tot 15 augustus 1945
- Albertus Nicolaas Fleskens
- Franciscus Isidorus Josephus Janssen
- Carolus Hubertus Josephus Alphonsus Janssen de Limpens
- Petrus Willebrordus de Jong tot 28 maart 1943
- Willem Maria van Lanschot tot 3 oktober 1941
- George Alphonse Hubert Michiels van Kessenich
- Franciscus Lambertus Deodatus Nivard tot 11 februari 1945
- Carl Romme tot 23 juni 1937
- Alexander van Sasse van Ysselt tot 5 augustus 1939
- Antonius Johannes Schoemaker
- Alphonsus Maria Antonius Aloysius Steger tot 14 september 1945
- Louis François Joseph Maria van Voorst tot Voorst tot 24 december 1939
SDAP (12 zetels)
- Simon de la Bella tot 10 juli 1942
- Christiaan Wilhelm Jozeph van de Bilt tot 13 augustus 1945
- Piet Hiemstra
- Piet Moltmaker tot 15 april 1941
- Marius Antoon Reinalda
- Liesbeth Ribbius Peletier
- Pieter Sikkes
- Joris in 't Veld
- Nico Vijlbrief
- Koos Vorrink
- Stuuf Wiardi Beckman tot 9 mei 1940
- Arie de Zeeuw tot 13 september 1945
ARP (7 zetels)
- Anne Anema
- Hubert Alexander Maurits van Asch van Wijck
- Paul Etienne Briët
- Schelto van Citters tot 12 maart 1942
- Pieter Diepenhorst
- Willem de Vlugt tot 4 september 1939
- Rob Woltjer vanaf 2 november 1937
CHU (6 zetels)
- Joannes ter Haar tot 11 oktober 1941
- Gualthérus Kolff
- Rommert Pollema
- Bonifacius Christiaan de Savornin Lohman
- Willem Lodewijk de Vos van Steenwijk
- Johannes de Zwaan
NSB (4 zetels)
- Ernst von Bönninghausen van 2 november 1937 tot 13 september 1945
- Jacob Maarsingh tot 13 september 1945
- Dirk Frans Pont tot 20 september 1937
- Anton Johan van Vessem tot 12 mei 1945
Vrijheidsbond (3 zetels)
- Samuel van den Bergh tot 30 mei 1938
- Pieter Droogleever Fortuyn tot 5 juni 1938
- Anthon Gerrit Æmile van Rappard
VDB (2 zetels)
Tussentijdse mutaties 1937-1940
RKSP
- Cor Kropman vanaf 21 september 1937
- Jan van de Mortel vanaf 8 september 1939
- Herman Nijkamp vanaf 6 februari 1940
ARP
- Hendrik Colijn van 31 oktober 1939 tot 18 september 1944
NSB
- Gerrit van Duyl van 2 tot 10 november 1937
- Wilhelmus de Rijke van 14 december 1937 tot 13 september 1945
Vrijheidsbond/LSP[1]
- Ernst Heldring vanaf 2 augustus 1938
- Joan Gelderman vanaf 19 oktober 1938
Samenstelling Noodparlement (vanaf 20 november 1945)
RKSP (16 zetels)[2]
- Ton Barge
- Henricus Maria Joseph Blomjous
- Jan van den Brink
- Adrianus Cornelis de Bruijn
- Albertus Nicolaas Fleskens
- Charles Hustinx
- Franciscus Isidorus Josephus Janssen
- Carolus Hubertus Josephus Alphonsus Janssen de Limpens
- Cor Kropman
- George Alphonse Hubert Michiels van Kessenich
- Jan van de Mortel
- Herman Nijkamp
- Antonius Johannes Schoemaker
- Charles Welter
- Frans Wijffels
- Petrus Johannes Witteman
SDAP (12 zetels)[3]
- Jaap Cramer
- Piet Hiemstra
- Johan van de Kieft
- Marius Antoon Reinalda
- Liesbeth Ribbius Peletier
- Pieter Sikkes
- Nico Stufkens
- Joris in 't Veld
- Nico Vijlbrief
- Koos Vorrink tot 4 juni 1946
- Floor Wibaut jr.
- Kees Woudenberg
ARP (7 zetels)
- Anne Anema
- Hubert Alexander Maurits van Asch van Wijck
- Egbertus Johannes Beumer
- Paul Etienne Briët
- Pieter Diepenhorst
- Antoon Stapelkamp
- Rob Woltjer
CHU (6 zetels)
- Gualthérus Kolff
- Rommert Pollema
- Bonifacius Christiaan de Savornin Lohman tot 16 maart 1946
- Paul Scholten[4] tot 8 februari 1946
- Willem Lodewijk de Vos van Steenwijk
- Johannes de Zwaan
LSP (3 zetels)[1]
- Joan Gelderman
- Ernst Heldring
- Anthon Gerrit Æmile van Rappard tot 24 mei 1946
Partijloos (3 zetels)[5]
- Nico Donkersloot[6] tot 8 februari 1946
- Mohamed Nazir Datoek Pamontjak
- Dirk Stikker[7] tot 22 maart 1946
VDB (2 zetels)
CPN (1 zetel)
Tussentijdse mutaties 1945-1946
CHU
- Willem van der Feltz van 7 mei tot 4 juni 1946
Bronnen, noten en/of referenties
|
| Historische samenstelling van de Eerste Kamer der Staten Generaal |
|---|
|
1815-1830 · 1830-1848 · 1848-1850 · 1850-1853 · 1853-1856 · 1856-1859 · 1859-1862 · 1862-1865 · 1865-1868 · 1868-1871 · 1871-1874 · 1874-1877 · 1877-1880 · 1880-1883 · 1883-1884 · 1884-1887 · 1887-1888 · 1888-1890 · 1890-1893 · 1893-1896 · 1896-1899 · 1899-1902 · 1902-1904 · 1904-1907 · 1907-1910 · 1910-1913 · 1913-1916 · 1916-1917 · 1917-1919 · 1919-1922 · 1922-1923 · 1923-1926 · 1926-1929 · 1929-1932 · 1932-1935 · 1935-1937 · 1937-1946 · 1946-1948 · 1948-1951 · 1951-1952 · 1952-1955 · 1955-1956 · 1956-1960 · 1960-1963 · 1963-1966 · 1966-1969 · 1969-1971 · 1971-1974 · 1974-1977 · 1977-1980 · 1980-1981 · 1981-1983 · 1983-1986 · 1986-1987 · 1987-1991 · 1991-1995 · 1995-1999 · 1999-2003 · 2003-2007 · 2007-2011 · 2011-2015 · 2015-2019 · 2019-2023 Overzicht historische zetelverdeling · Huidige samenstelling |