SN 1604

SN 1604, ook wel Keplers supernova genoemd, was een supernova die in het jaar 1604 te zien was. Het is de laatste supernova uit ons melkwegstelsel die met het blote oog was waar te nemen.[2]

SN 1604
Supernovarestant van SN 1604
TypeSupernova type Ia[1]
Datum ontdekkingOktober 1604
Overige aanduidingenKepler's Supernova, V 843 Ophiuchi
Fysische gegevens
RestantSupernovarest
Waarnemingsgegevens
StandaardepocheJ2000
Rechte klimming17u30m40,80s
Declinatie−21° 29' 11"
Galactische coördinatenG4.5+6.8
SterrenstelselMelkweg
SterrenbeeldSlangendrager (Ophiuchus)
Afstand20.000 lj
Portaal    Astronomie

De eerste waarneming

SN 1604 is in Europa voor het eerst waargenomen op 9 oktober 1604 door verschillende astronomen in Italië. Brunowski, een assistent van Johannes Kepler, bracht Kepler op de morgen van 11 oktober 1604 het nieuws van een nieuwe ster die hij de avond ervoor gezien had. Kepler wilde er niets van weten, de hemel bleef een week bewolkt, en zo lang kon Kepler in zijn ongeloof volharden. Deze gang van zaken maakt al duidelijk, hoe moeilijk het verschijnen van een nieuwe ster te aanvaarden was. Tycho Brahe had een generatie eerder al zoiets ongelooflijks als een nieuwe ster meegemaakt, in 1572, maar de "volmaaktheid" van de hemel had ook voor Kepler door één tegenbewijs nog niet afgedaan.

Johannes Keplers oorspronkelijke tekening met de locatie van de stella nova, gemarkeerd met een N (8 vakjes omlaag, 4 van links).

De volmaaktheid van de hemel

Die zogenaamde volmaaktheid bestond sinds Pythagoras hierin, dat de volmaakte godheid alleen een volmaakte kosmos met volmaakte objecten geschapen kon hebben. Vanaf de maan waren alle planeten en sterren volmaakte ronde bollen, die in volmaakte cirkels om de aarde liepen. Sinds Copernicus geloofde de avant-garde van de geleerdenwereld wel dat de zon in het midden van de kosmos stond. Het meest overtuigende argument daarvoor was echter, dat daarmede de banen van de planeten als cirkels te verklaren waren. Ook Kepler geloofde in het jaar waarin hij “zijn” supernova zag nog altijd in de volmaaktheid van de hemel en de cirkelbeweging van de planeten (pas in 1605 zou hij inzien dat de consequentie van Tycho's observaties is dat de planeten zich niet in cirkels bewegen). Het verbijsterde Europa in 1604 dat er een nieuwe ster aan de hemel schitterde.

Keplers publicaties over de nieuwe ster

Alle waarnemingen vonden plaats met het blote oog. Pas in 1609 gebruikte Galileo een telescoop om naar de hemel te kijken en pas in 1610 publiceerde hij hierover.

Kepler keerde zich in 1604 in een Duits boekje tegen alle astrologische speculaties, maar had zelf geen idee waarom het dan wel ging. Twee jaar later gaf hij een Latijns werk uit: De Stella Nova in Pede Serpentarii, et ... ... Trigono Igneo (Over de Nieuwe Ster in de Voet van de Slang, en ... ... de Vurige Driehoek). Ook hier bleef hij uiterst vaag: "Misschien heeft zich daar boven sterrenmateriaal samengebald", was zo ongeveer zijn overweging. Hij begreep wel dat het een verschijnsel van de sterrenhemel was en dat het niet binnen ons zonnestelsel plaatsvond. In 1604 verweet zijn vriend Herwart von Hohenburg hem meteen al dat hij erg vaag bleef.

In datzelfde werk had Kepler het ook over het juiste geboortejaar van Christus.[3]

Keplers dilemma

Kepler zocht naar een verklaring voor een verschijnsel, dat volgens alle ideeën van die tijd onmogelijk was, maar in één generatie toch twee keer plaatsgevonden had. Hij probeerde een zakelijk antwoord te vinden maar vond geen oplossing. Volgens Herwart von Hohenfels verwarde hij zich in zijn eigen woorden. Hij zocht zijn toevlucht tot verklaringen die nauwelijks van astrologie verwijderd waren, hoe zeer hijzelf daarvoor ook altijd waarschuwde.

Moderne gegevens van Keplers supernovarest

In 1941 konden astronomen eindelijk met gebruik van de 2,5 m telescoop op Mount Wilson Keplers supernovarest lokaliseren (dit is ook de telescoop waarmee Edwin Hubble de uitbreiding van het heelal geconstateerd had, aan de hand van supernovae Ia in andere sterrenstelsels). Sindsdien wordt de vage lichtzwakke wolk van ongeveer 40 boogseconden met een helderheid van 19 magnituden (een object dertigmaal zo klein als de maan en dertigmaal zo zwak als het menselijk oog kan zien) door sterrenkundigen bestudeerd met behulp van allerlei grote telescopen op de aarde. Daarnaast gebruiken ze rond de Aarde cirkelende ruimtetelescopen om SN 1604 over het hele spectrum in kaart te brengen. Het blijkt een Type Ia supernova te zijn, tussen de 16 000 en 20 000 lichtjaren verwijderd.[4]

Zie de categorie Kepler's Supernova van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.