SEP

De SEP (N.V. Samenwerkende Elektriciteits-Productiebedrijven) was een van 1949 tot 2000 opererend samenwerkingsverband van elektricteitsproducenten in Nederland.

Tot de liberalisering van de Nederlandse elektriciteitsmarkt waren alle grote elektriciteitscentrales direct of indirect eigendom van gemeentes en provincies. Deze werkten samen in de SEP. De SEP functioneerde feitelijk als een kartel. Elektriciteitsproductie en planning van de bouw van centrales werden door de SEP geregisseerd. Hierbij hielden de SEP-partners zelf de verantwoordelijkheid om de productie op peil te houden.[1]

In 1953 voltooide de SEP het landelijk koppelnet. Het zuiden, midden en westen van Nederland waren hierbij voorzien van een net met 150 kV bedrijfsspanning en de provincies Groningen, Friesland en Overijssel waren voorzien van een net met 110 kV bedrijfsspanning. Het bewakingscentrum van de SEP verscheen op het toenmalige KEMA-terrein. In 1970 ondertekenden de elektriciteitsproductiemaatschappijen samen met de SEP een overeenkomst om jaarlijks een Elektriciteitsplan op te stellen voor de uitbreiding van het productievermogen.[1]

Door de in de Elektriciteitswet 1998 vastgelegde liberalisering van de stroommarkt werd de SEP in 2000 opgeheven. De taken van de SEP werden overgenomen door netbeheerder TenneT.

Referenties

  1. Surendonk, H. (1986) PGEM 1955-1985. Het licht moet blijven branden. Arnhem, 1986.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.