Broze russula
De broze russula (Russula fragilis) is een schimmel die behoort tot de familie Russulaceae en komt voor in bossen in Europe, Azië en Noord-Amerika. Het vruchtlichaam is een kleine, fragiele paddenstoel met een lange steel en kan een verscheidenheid aan kleuren hebben.
Broze russula | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Russula fragilis (Pers.) Fr. (1838) | ||||||||||||
![]() | ||||||||||||
Verspreidingsgebied in Europa | ||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | ||||||||||||
Broze russula op ![]() | ||||||||||||
|
Kenmerken
De hoed van de paddenstoel is gewelfd tot vlak en is licht ingedeukt in het midden. De afmeting bij een volgroeid exemplaar bedraagt 2 tot 5 centimeter en kan diverse kleuren hebben: donkerpaars, purperrood, roze, olijfgroen, geel of een combinatie hiervan. De kleur loopt donkerder naar het midden toe. Bij oudere exemplaren vervaagt de kleur meestal. De rand van de hoed is zeer dun en is bij oudere exemplaren vaak geribbeld door de smalle aanhechtingen van de lamellen. De fragiele witte steel is 3 tot 6 centimeter hoog en heeft een doorsnede van 5 tot 15 millimeter.
Het fruitig geurende vlees van de paddenstoel is wit en is heeft een hele pittige smaak, waardoor het niet geschikt is voor consumptie. De lamellen zijn wit tot lichtcrème en meestal licht gekarteld. Het sporenafdruk is wittig gekleurd.
- Het ingedeukte centrum van de hoed is vaak donkerder gekleurd
- Na verloop van tijd verbleekt de kleur op de hoed
- De lamellen hebben vaak meerdere inkepingen
Gelijkende soorten
Verbleekte broze russulas lijken sterk op de zwammen van Russula betularum en groeien ook onder berken. Ook de sierlijke russula (R. gracillima) lijkt op de broze russula en heeft een vergelijkbare habitat. Beide gelijkende soorten hebben echter geen inkepingen op de lamellen.
Verspreiding en leefwijze
De broze russula groeit in lanen en bossen in noordelijke gematigde streken van Europe, Azië en Noord-Amerika. Het is een ectomycorrhizavormende schimmel, wat wil zeggen dat het een mutualistische symbiose aangaat met de buitenkant van boomwortels. Hij groeit onder een groot aantal soorten bomen, waaronder berken en eiken, maar ook onder naaldbomen. In Nederland is het een zeer algemene soort.[1] In de late zomer en de herfst verschijnen de paddenstoelen, meestal in kleine groepen.
Bronnen, noten en/of referenties
|