Roedeltactiek

De roedeltactiek (Duits: Rudeltaktik, ook wel Wolfsrudeltaktik) was een speciale aanvalstactiek van de Duitse U-boten in de Tweede Wereldoorlog. De tactiek wordt toegeschreven aan admiraal Karl Dönitz.

Konvooiescorteschepen en onderzeebootbestrijdingsvliegtuigen, november 1941.

De benaming is afgeleid van de manier waarop een roedel wolven een prooi aanvalt. Wolven vallen altijd met de hele roedel tegelijk aan. Voor de U-boten betekende dit dat alle leden onderzeeërs van de roedel de prooi, het vijandelijk schip, tegelijkertijd van meerdere kanten aanvielen. De Engelse benaming hiervoor was een wolf pack.

De roedeltactiek werd ingevoerd op het moment dat de koopvaardijschepen in konvooi gingen varen, onder bescherming van met dieptebommen bewapende oorlogsschepen van de geallieerde marine. De U-boten voeren op afstanden tot 150 kilometer uit elkaar op zoek naar een prooi. Zodra een van hen op een bewapend konvooi stuitte werd de hulp van de andere ingeroepen en werd gezamenlijk aangevallen. De tactiek was aanvankelijk succesvol, tot aan de Amerikaanse oostkust werden op deze manier vele schepen tot zinken gebracht. Pas na juli 1942 slaagden de Amerikanen erin om de 'wolf packs' van hun kusten te verdrijven.

De geallieerden konden door de ontwikkeling van radar en sonar hun konvooien steeds beter verdedigen. Met de invoering van de radiorichtingzoeker Huff-Duff konden de geallieerden de leider van een roedel U-boten eenvoudig traceren en werd het vrijwel onmogelijk om deze tactiek nog toe te passen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.