Roeping (religieus)

Roeping is het (subjectieve) idee dat iemand heeft dat hij een taak te volbrengen heeft. Hoewel men ook geroepen kan worden tot een maatschappelijke taak (arts, verpleegster, leerkracht) denkt men meestal aan een geestelijke taak (diaken, predikant, priester of zuster). Het idee van roeping is de laatste decennia sterk afgenomen.

In de Bijbel

In de Bijbel wordt meerdere keren iemand door God geroepen tot een bepaalde taak. Denk aan:

  • Salomo, hij reageert met ik ben een jonge man en ik heb geen ervaring. (1 Koningen 3 vers 7)
  • Mozes, hij sputtert tegen met de woorden: ik kan niet praten. (Exodus 4 vers 10vv)
  • Gideon, hij zegt: mijn geslacht is arm en ik ben de jongste van de familie. (Richteren 6 vers 15)
  • Jeremia, hij schrikt en zegt: ik kan niet spreken, want ik ben nog maar een jongen (Jeremia 1 vers 6)

In het rooms-katholicisme

Bij de roeping als religieuze ervaring kan iemand menen dat God hem of haar heeft uitgekozen voor een bepaalde taak of levensstaat. Roeping geeft dan een gevoel van zekerheid en rust bij de gedachte aan een bepaalde taak of staat, hoe moeilijk die ook mag lijken.

Met roeping wordt vaak de keuze tot het priesterschap of predikantschap bedoeld, maar er zijn ook roepingen tot het diaconaat, het religieuze leven of een bepaalde congregatie (bijvoorbeeld norbertijnen, benedictijnen, jezuïeten, trappisten), roeping tot heremiet, roeping tot leven volgens de evangelische raden, roeping tot het parochiewerk, tot studie enz.

Bij priesterroepingen kunnen globaal twee groepen mensen worden onderscheiden.

  • Op de eerste plaats degenen die al vanaf de kindertijd een gevoel van “geroepen zijn” kennen. Zij zijn normaal gezien allang actief betrokken bij de Kerk.
  • Op de tweede plaats degenen die een bekeringservaring hebben meegemaakt en daarin hun roeping hebben verstaan. Deze ervaring hadden ze bij een overlijden, een ongeval, eventueel door een BDE of naar aanleiding van een retraite of bedevaart.

Aantallen

In vergelijking met vroeger (enkele tientallen jaren geleden) is het aantal priester (-of diaken) roepingen sterk in aantal afgenomen. Elk jaar vinden er in België nog een aantal priester en diakenwijdingen plaats, men mag dus niet denken dat deze beroepen afgestorven zijn of geen enkele toekomst meer hebben. We stellen wel vast dat er meer en meer jongeren beginnen groeperen en zich tezamen bezighouden met het christelijke geloof. Dit is iets zeer positief en kan bijdragen aan latere (stijgingen) van het aantal roepingen.

In het protestantisme

De Nederlandse predikant Wilhelmus à Brakel spreekt van een inwendige en een uitwendige zending of roeping. De inwendige zending (roeping) is niet te verstaan als een buitengewone openbaring van God; men moet daar niet op wachten. Brakel wijst op vijf zaken waardoor iemand van zijn roeping overtuigd kan worden:

  1. Kennis van het ambt
  2. Kennis van de eigen bekwaamheid. Er zijn bepaalde gaven van de Geest nodig om te dienen in het ambt.
  3. Een bijzondere liefde tot Christus, de kerk en de zielen.
  4. Een gewillige verloochening van alles. Als het te doen is om aanzien onder de mensen, om een machtspositie, om een mooie pastorie, om een lui leven, om financieel gewin, word dan alsjeblieft geen predikant. Een dienstknecht is niet meer dan zijn heer, noch een gezant meer dan die hem gezonden heeft (zie Joh.13:16). Dat betekent ook: bereid zijn om daar heen te gaan waar Hij je zendt, ook al is dat helemaal geen aantrekkelijke plaats of gemeente.
  5. Er is sprake van lust tot het ambt. We komen het in de Schrift tegen: "Zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk" (1 Tim.3:1). En zo is het: het is het voortreffelijkste werk om ambassadeur van Koning Jezus te mogen zijn! Dan is er ook een innerlijke drang: om je leven in Zijn dienst te mogen besteden.


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.