Resolutie 1111 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 1111 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 6 juni 1997.

Resolutie 1111
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum4 juni 1997
Nr. vergadering3786
CodeS/RES/1111
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
OnderwerpOlie-voor-voedselprogramma
BeslissingVerlengde het programma met 180 dagen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Chili ·  Costa Rica ·  Egypte ·  Guinee-Bissau ·  Japan ·  Kenia ·  Zuid-Korea ·  Polen ·  Portugal ·  Zweden
Een olietanker wordt off-shore geladen met Iraakse olie.

Achtergrond

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. De Veiligheidsraad veroordeelde de inval onmiddellijk en later kregen de lidstaten carte blanche om Koeweit te bevrijden. Eind februari 1991 was die strijd beslecht en legde Irak zich neer bij alle aangenomen VN-resoluties. In 1995 werd met resolutie 986 het olie-voor-voedselprogramma in het leven geroepen om met olie-inkomsten humanitaire hulp aan de Iraakse bevolking te betalen.

Inhoud

Waarnemingen

De humanitaire hulp aan de Iraakse bevolking moesten blijven doorgaan tot Irak zou voldoen aan de resoluties van de Veiligheidsraad. Die hulp moest gelijkmatig worden verdeeld over het hele land.

Handelingen

De provisies van resolutie 986, de paragrafen °4, °11 en °12 uitgezonderd, werden met 180 dagen verlengd, te beginnen op 8 juni. Alle aspecten hiervan zouden na 90 en na 180 dagen eens grondig onder de loep worden gehouden. De secretaris-generaal werd gevraagd om op basis van de waarneming ter plaatse te rapporteren of Irak de geneesmiddelen, voedsel en materialen gelijkmatig verdeelde en of het land voldoende aardolie produceerde, dit om alles te betalen.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.