Republic F-84 Thunderjet

De Republic F-84 Thunderjet was een Amerikaanse straaljager die vlak na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. Hij werd opgevolgd door de Republic F-84 Thunderstreak en de Republic F-84 Thunderflash. Hoewel het met zijn rechte vleugel en zijn gering motorvermogen voor hedendaagse begrippen een slecht toestel was, verdient de F-84 Thunderjet een belangrijke plaats in de annalen van diverse luchtmachten ter wereld.

F-84 Thunderjet
Algemeen
RolJager-bommenwerper
Bemanning1
VariantenXP-84,XP-84A,YP-84A,P-84B(F-84B),EF-84B,F-84C,F-84D
F-84E,EF-84E,F-84F,GRF-84F,RF-84F,YF-84F
F-84G,EF-84G,XF-84H,YF-84J,F-84KX
Status
GebruikVS (1947-1952),
Nederland (1951-1970)
België (1951-1972)
West-Duitsland, Italië
Afmetingen
Lengte11,60 m
Hoogte3,84 m
Spanwijdte11,10 m
Vleugeloppervlak24 
Gewicht
Leeggewicht5200 kg
Startgewicht8200 kg
Max. gewicht10585 kg
Krachtbron
Motor(en)1× Allison J35-A-29 turbojet
Stuwkracht25 kN
Prestaties
Topsnelheid1000 km/u
Klimsnelheid19,1 m/s
Vliegbereik3200 km
Actieradius1600 km
Dienstplafond12350 m
Bewapening
Boordgeschut6× 12,7 mm Browning M3 mitrailleurs
Bommentot 2020 kg
Raketten8× 127mm raketten
Portaal    Luchtvaart

Ontwikkeling

In 1944 besloot de Republic Aviation Company in Farmingdale (New York) tot de bouw van een straaljager, nadat het Amerikaanse leger hiervoor belangstelling had getoond. De eerste vluchten van de Republic XP-84 Thunderjet vonden plaats in februari 1946.

Vanaf het begin was de Thunderjet te zwaar en de constructie op sommige punten te licht; de huid had daarom neiging tot plooien. Het probleem werd groter door de uitrusting. De cockpit had airconditioning en een schietstoel die zo onbetrouwbaar waren dat het gebruik niet was toegestaan. De Thunderjet had vier zware mitrailleurs in de neus en twee in de vleugels. Aan de vleugels kwamen ook twee hardpoints voor 500 pond bommen en niet-afwerpbare tiptanks. Die verdubbelden de tankinhoud en gaven de Thunderjet een groter vliegbereik, maar ze verergerden het stabiliteitsprobleem.

Medio 1947 begon de aflevering van operationele P-84B’s aan de 14e Fighter Group op Dow Field in Maine, hoewel de problemen niet waren opgelost. Ondanks een snelheids- en een belastingslimiet voor de Thunderjet gebeurden er ongelukken en in mei 1948, enkele weken voor de USAF de letter P van Pursuit veranderde in de F van Fighter, kreeg de P-84 een vliegverbod.

Er werden 226 F-84B’s gebouwd, maar volgens een officieel rapport was het toestel niet in staat een missie behoorlijk uit te voeren. Hetzelfde gold voor de F-84C, waarin de brandstoftoevoer en het elektrisch circuit veranderd waren. Er werden 191 F-84C’s gebouwd en 80 geannuleerd. Al in 1952 werden deze toestellen buiten dienst gesteld.

De volgende versie, 154 F-84D’s, hadden een J35 motor met meer stuwkracht. Daardoor kon de constructie worden verzwaard. Ook werd een simpele, effectieve oplossing gevonden voor het stabiliteitsprobleem met de tiptanks: een horizontale vin achteraan de tanks. Wel bleef de Thunderjet onderhoudsgevoelig en was er een tekort aan reserveonderdelen.

Proeven wezen uit dat de F-84D beter was dan de eerdere versies. Vliegbereik en laadvermogen waren groter dan bij andere vroege straaljagers. De USAF zag de Thunderjet dan ook als escortejager en jachtbommenwerper, terwijl de F-86 Sabre met pijlvleugel de onderschepper moest worden.

De F-84E, die zijn eerste vlucht maakte in mei 1949, kon twee 1000-ponders meenemen of twee grote ongeleide Tiny Tim-raketten. De hardpoints konden ook voor droptanks worden gebruikt, terwijl er inwendig meer ruimte was voor brandstof. De vlieger had ook meer ruimte in de 30 cm langere romp en kon bij het schieten met mitrailleurs een beroep doen op een vizier met radio-afstandsmeter.

Tegenover het hogere startgewicht kon de fabrikant van de J35 geen groter vermogen stellen, daarom kreeg de F-84E beugels achter op de romp voor twee startraketten die elk 5 kN stuwkracht leverden.

Inzet

Eind 1950 werd de 27e Fighter Escort Wing met F-84D’s en E’s naar Zuid-Korea gebracht ter versterking van de 5e Amerikaanse Luchtmacht, die met P-51 Mustangs en P-80 Shooting Stars opereerde. Op 7 december 1950 vloog de F-84 zijn eerste missie: vier toestellen beschoten een rangeerterrein in Noord-Korea.

In juni 1951 werd de 27e Wing afgelost. In zeven maanden tijd waren 12000 missies gevlogen, waaronder veel aanvalsvluchten, hoewel de eigenlijke taak van de escortewing van het Strategic Air Command het begeleiden van bommenwerpers was.

Toen de MiG-15 tegen de Amerikanen werd ingezet bleek de F-84 onmachtig. In november 1951 werden acht B-29 Superfortress bommenwerpers onderschept die vlogen met een escorte van 50 F-84’s. Er werden drie B-29 neergehaald; de andere vijf raakten zwaar beschadigd.

Nog vaker gingen Thunderjets verloren bij operationele ongelukken doordat ze rechtdoor gingen aan het eind van de startbaan. Maar de zwaarste tol eiste de vijandelijke luchtafweer. In totaal verloren de Amerikanen 335 Thunderjets in Korea. In april 1952 had de 49e Wing nog 40 van de 75 F-84E’s over. De F-84 legde zich nu toe op luchtsteun, waarbij hij succes boekte.

Vanwege problemen met de opvolger van de Thunderjet, de F-84F Thunderstreak, werd de simpeler te produceren Thunderjet F-84G gebouwd. Er zijn 3024 F-84G’s gebouwd en 842 F-84E’s. De 4455e en laatste Thunderjet kwam op 27 juli 1953 uit de fabriek, de laatste dag van de Koreaanse Oorlog.

De F-84G had de sterkere J35-A motor, maar bleef een slechte jager voor de escortewings van de Strategic Air Command. Wel kon de F-84G een bommenlast vervoeren van 2000 kg, plus raketten en tiptanks. De F-84G had een automatische piloot en een Instrument landing system(ILS). In juli 1952 maakte het nieuwe model zijn opwachting in Korea en de Thunderjet bleef de noordelijke verbindingen bestoken tot de laatste dagen van de oorlog.

Koude Oorlog

Het 9e squadron van de 49e wing werd eind 1952 uit Korea teruggetrokken om te oefenen voor een nieuwe taak: afwerpen van tactische nucleaire bommen. De F-84G was het eerste tactische gevechtsvliegtuig dat voorzieningen voor kernwapens kreeg. Daarmee vervulde de F-84G in het midden van de jaren 50 een belangrijke rol in de Amerikaanse strategie van nucleaire vergelding. Honderd F-84E’s en 2000 F-84G’s kwamen beschikbaar voor bondgenoten van de Verenigde Staten.

Nederland kreeg in het kader van het Mutual Defense Aid Program (MDAP) in 1951 zijn eerste 21 F-84E’s die als 311 en 312 squadron gelegerd werden op de vliegbasis Volkel. Al snel werd dit type afgelost door 166 F-84G’s. De beginjaren werden gekenmerkt door veel fatale ongelukken als gevolg van onervarenheid. De Koninklijke Luchtmacht verloor 50 Thunderjets in vijf jaar tijd. In augustus 1956 vloog voor het laatst een Thunderjet in de Nederlandse kleuren. De F-84G van 315 squadron werd begeleid door zes exemplaren van zijn opvolger: de F-84F Thunderstreak.

Zie de categorie F-84 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.