Regressie- en reïncarnatietherapie

Regressie- en reïncarnatietherapie is een alternatieve geneeswijze waarbij de therapeut bij de patiënt op zoek gaat naar oude psychische trauma's en onverwerkte ervaringen en poogt deze door middel van cathartische herbeleving te helen. Het actueel ervaren probleem wordt daarbij beschouwd als ingang naar een dieper liggende oorzaak.[1]

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Hindoeïstische afbeelding met de levensdraad

Traditioneel werd in regressie- en reïncarnatietherapie aangenomen dat de mens over een ziel beschikt, die meerdere levens doormaakt. Ook ging men ervan uit dat traumatische ervaringen zich zowel in het huidige leven als in vorige levens kunnen hebben voorgedaan en dat ervaringen uit een vorig leven doorwerken in het huidige leven.
Hoewel voor de reïncarnatiehypothese geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat, bestaat die inmiddels wel voor de effectiviteit van de therapie, vooral door de onderzoeken van dr. Ronald van der Maesen en Hans Cladder in Nederland, en dr. Shakuntala Modi in India.[2] [3][4] [5] [6] [7]

Hoewel het veld van deze onderzoeken nog relatief smal is, kan op grond van deze erkende onderzoeken van Cladder, van der Maesen, Modi e.a. worden gesteld, dat regressie- en reïncarnatietherapie evidence-based is voor wat betreft de effecten, en mag de therapie, net als hypnotherapie, waarin ook met trance en therapeutische regressie wordt gewerkt, om die reden geen pseudo-wetenschap meer worden genoemd. Daarnaast zijn regressie- en reïncarnatietherapeuten tegenwoordig minder geïnteresseerd in (het bewijzen van) de reïncarnatiehypothese als zodanig. De meeste therapeuten houden tegenwoordig open, dat de gebeurtenissen achter de diepe emoties, die zij in sessies naar boven halen, op archetypische of andere wijze vervlochten zijn geraakt met hun cliënten, maar zij hoeven de reïncarnatiehypothese niet te bewijzen om ze hiervan in mindere of meerdere mate te bevrijden.

Regressie- en reïncarnatietherapeuten zijn daarmee zelf meer geïnteresseerd geraakt in de effecten van hun behandeling, dan in de theorie. Om die reden is de naamgeving van de therapie, waarin therapeutische herbeleving de centrale methode is, momenteel bij de diverse beroepsverenigingen van regressie- en reïncarnatietherapie, onderwerp van discussie. Ook is er veel belangstelling voor onderzoek naar de verschillende ervaringsmomenten van de foetus in de baarmoeder, aangezien in vele sessies geboorte en zwangerschap in het huidige leven worden herbeleefd. Vaak doemen er in sessies helemaal geen zogenaamde 'vorige levens' op, maar uitsluitend (traumatische) ervaringen in de vroege kindertijd.

De geschiedenis van regressie- en reïncarnatietherapie

Vanuit historisch oogpunt gezien is de regressie- en reïncarnatietherapie gerelateerd aan hypnotherapie, met invloeden van Ericksoniaanse hypnotherapie, Gestalttherapie, Voice Dialogue en Innerlijk-Kindwerk. Voor regressie- en reïncarnatietherapie is echter geen hypnotische inductie nodig, volgens veel regressie- en reïncarnatietherapeuten werkt een lichte trance zelfs beter.[8]

Leeftijdsregressie is bekend sinds experimenten met hypnose in de negentiende eeuw. Toen dachten zowel spiritisten — zoals Allan Kardec — als theosofen — onder wie Annie Besant en Charles Leadbeater — na over reïncarnatie en vorige levens. De spiritistische, theosofische en later antroposofische inzichten vinden echter nauwelijks ondersteuning in regressie-ervaringen en zijn er in vele opzichten mee in tegenspraak.[8]

Een andere belangrijke voorloper van de huidige regressie- en reïncarnatietherapie was de Franse parapsycholoog Albert de Rochas die in 1898 beweerde dat proefpersonen die in een magnetische trance werden gebracht, vroegere gebeurtenissen volledig herbeleefden.[8]

Andere voorlopers van de hedendaagse regressietherapie zijn psychiaters als de Brit Alexander Cannon (1896-1963) en de Braziliaan Inacia Ferreira, die de huidige problemen van de cliënt verklaarden vanuit trauma's die lang geleden hebben plaatsgevonden. De eerste psychiater die mensen op deze wijze begon te behandelen en erover schreef, was de Brit Denys Kelsey, die zijn bevindingen in boekvorm in 1968 publiceerde. De methodes die hij gebruikte waren nog steeds die van de klassieke hypnotherapie.

Het jaar 1978 kan als hét geboortejaar van de reïncarnatietherapie beschouwd worden, toen er boeken van Morris Netherton, Edith Fiore en Helen Wambach verschenen. In Duitsland was Thorwald Dethlefsen de pionier.[8]

Regressie- en reïncarnatietherapie in de praktijk

Internationaal

Wereldwijd gezien wordt regressie- en reïncarnatietherapie soms op andere manieren toegepast dan in Nederland. De verschillen kunnen onder andere liggen in het gebruik van trance of hypnose en in het verloop van de therapie. Ook kunnen sommige buitenlandse therapeuten bewust gebruikmaken van suggestie[9] of meditatietechnieken. Daarnaast bestaan er ook meer exotische technieken: Chinese numerologen maken onder meer gebruik van taoïstische en boeddhistische principes. Ook zijn er alternatieve genezers die gebruikmaken van religieuze uitgangspunten als Siddhi en de Drievoudige Kennis.

Nederland

In de moderne regressie- en reïncarnatietherapie, zoals die in Nederland wordt toegepast, wordt niet gewerkt met hypnose maar met trance. Ook verwerpen de meeste Nederlandse therapeuten het gebruik van suggestie, meditatie en religieuze technieken[8].

Trance

De trance waarvan de meeste Nederlandse therapeuten tegenwoordig gebruikmaken verschilt qua diepte en intensiteit van de hypnose die in de ontstaansgeschiedenis van de therapie wel werd toegepast. Vroeger werden soms vormen van hypnotische inductie toegepast waarbij de cliënt geen volledig bewuste controle meer had over wat er gebeurde, terwijl bij de trance die nu bij regressie- of reïncarnatietherapie wordt gebruikt de cliënt bewust aanwezig is en blijft en ook vanuit dit bewustzijn reageert op de vragen van de therapeut.[10][11]

De therapie

De therapie verloopt meestal als volgt[10][11]: Na een intakegesprek om een indruk te krijgen van de (huidige) problemen van de cliënt die de hulpvraag hebben opgeroepen, volgt een aantal sessies, waarbij door gerichte concentratie op het probleem wordt teruggegaan naar (onverwerkte) ervaringen. Deze concentratie gaat over in een trance waarbij de cliënt zich volledig concentreert op zijn/haar innerlijke gevoelens en vroegere ervaringen en tegelijkertijd bewust aanwezig blijft. In trance kunnen dan onverwerkte ervaringen worden herbeleefd en verwerkt[1].

De ervaringen waar in de regressie- en reïncarnatietherapie mee wordt gewerkt kunnen komen uit dit leven, de prenatale tijd en geboorte, en volgens de therapeuten in kwestie ook uit vorige levens. (Voor de therapie behoeft men niet in vorige levens te geloven.)
Als een cliënt vroegere ervaringen uit zijn huidige leven herbeleefd, wordt gesproken van regressie; als vanuit dit leven niet te duiden levenservaringen boven komen, spreken reïncarnatietherapeuten van een reïncarnatietrance.

Kritische beschouwingen

Internationaal

De kritiek op regressie- en reïncarnatietherapie richt zich in het bijzonder op de variant die het bestaan van herinneringen uit een vorig leven veronderstelt. Hierbij draait het om de wetenschappelijke onmogelijkheid, c.q. verregaande onwaarschijnlijkheid, van reïncarnatie en de bijbehorende overdracht van herinneringen via een onbekend medium.[12][13]

Alle varianten van regressietherapie, of er nu met hypnose of een trance wordt gewerkt, worden bekritiseerd omdat niet uit te sluiten is dat de patiënt eerder een soort geleide fantasie ondergaat dan een authentieke herinnering en de herinnering een gevolg is van herinneringsvervalsing.[12] De therapeut zou weliswaar geen actieve invloed op het proces van herinneringen mogen hebben, maar het is onduidelijk of subtiele beïnvloeding niet toch een rol speelt[8]. Dergelijke beïnvloeding is bekend uit o.a. politieverhoren en rechtbankgetuigenissen, waarbij de persoon in kwestie vol bij bewustzijn is. Afgezien daarvan is, wetenschappelijk gezien, het proces van herinneren niet hetzelfde als het afspelen van een oude filmopname, maar een actief reconstructieproces waarbij ook in het dagelijks leven vele fouten optreden.[14] [15]

Vergeten herinneringen spelen ook een rol in de controversiële "repressed memories", onderdrukte traumatische herinneringen die in therapie "ontdekt" worden en o.a. in Amerika geleid hebben tot onverwachte veroordelingen wegens seksueel misbruik van kinderen.[16] De "False memory syndrom foundation" is een stichting die het standpunt aanhangt dat geen waarde mag worden gehecht aan dergelijke herinneringen die (veelal onder hypnose) in therapiesessies bovenkomen.[17]

In het geval dat de herinnering door patiënt en therapeut niet letterlijk genomen wordt, maar als metafoor gezien wordt, gelijkt het proces eerder de psychoanalytische droomduiding. Voor kritiek daarop, zie bij psychoanalyse.

Nederlandse situatie

In de internationale onderzoeken wordt veelal geen onderscheid gemaakt tussen het werken met of zonder hypnose. De Nederlandse regressietherapiescholen hechten wel aan dit onderscheid en onderwijzen de variant die met een lichte trance werkt (zie boven). In hoeverre het proces van herinneren hierbij werkelijk verschilt, is niet wetenschappelijk onderzocht. Wel zijn bij wetenschappelijke proeven aanwijzingen gevonden voor een samenhang tussen hypnotiseerbaarheid, vatbaarheid voor suggestie en de neiging herinneringen ten onrechte als 'eigen' te labelen. Dat wil zeggen dat bepaalde personen snel menen iets zelf meegemaakt te hebben en de juiste context van de herinnering vergeten, ook als geen hypnose in het spel is.[18] [19]

Catharsis

Ook wordt het principe van catharsis zeer ter discussie gesteld. Volgens sommige onderzoekers zou catharsis niet werken of soms zelfs een averechts effect hebben.[20]

Literatuur

  • Herinnering. Roger Woolger, Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat, februari 1992, ISBN 90-60697-85-5
  • Cartharsis en integratie. Hans ten Dam, Ommen: Tasso, 2001. ISBN 90-75568-12-6.
  • Reïncarnatie: Denkbeelden en Ervaringen. Hans ten Dam, Ommen: Tasso, 2002. ISBN 90-75568-13-4.
  • Handboek reïncarnatietherapie. drs. Ronald van der Maesen en drs. Rob Bontenbal. Amsterdam: Tijdstroom, Uitgeverij De, 2002. ISBN 90-58980-37-5.
  • Regression Therapy: a handbook for professionals. Winafred Blake Lucas Ph.D. Kill Devil Hills, 4th printing 2007. ISBN Two Volumes. Volume I: ISBN 978-1-929661-17-6. Volume II: ISBN 978-1-929661-18-3.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.