Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek
Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR) (Russisch: Росси́йская Сове́тская Федерати́вная Социалисти́ческая Респу́блика (РСФСР), Rossiyskaya Sovetskaya Federativnaya Sotsialisticheskaya Respublika) was de benaming van het Russische deel van de Sovjet-Unie.
Российская Советская Федеративная Социалистическая Республика 'Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek' | |||||
SSR binnen de Sovjet-Unie | |||||
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Moskou | ||||
Oppervlakte | ± 17.075.200km² | ||||
Bevolking | ± 147.386.000 (volkstelling 1989) | ||||
Talen | geen: de facto Russisch | ||||
Volkslied | 1917 - 1918 Arbeidersmarseillaise 1918 - 1944 Internationale 1944 - 1990 Gimn Sovjetskogo Sojoeza 1990 - 1991 Patriottenlied | ||||
Munteenheid | Roebel | ||||
Regering | |||||
Staatshoofd | Voorzitter van het Presidium van de Opperste Sovjet van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek | ||||
Geschiedenis | |||||
- Ontstaan door Oktoberrevolutie | 7 november 1917 | ||||
- Toetreding Sovjet-Unie | 30 december 1922 | ||||
- Uitroepen onafhankelijkheid | 12 december 1991 |
De RSFSR, geformeerd uit de delen die onder controle stonden van Bolsjewistisch Rusland in november 1917 en bestuurd door de Voorlopige regering, trad in december 1922 toe tot de Sovjet-Unie, die dat jaar werd opgericht.
Sindsdien is de omvang grotendeels hetzelfde gebleven, afgezien van een aantal annexaties en grenscorrecties met de Baltische staten en Finland. Eind 1991 viel de Sovjet-Unie uiteen en ging de RSFSR staatkundig over in de Russische Federatie. De RSFSR had bij de laatste volkstelling van 1989 ruim 147 miljoen inwoners. De hoofdstad was Moskou, tevens de hoofdstad van de Sovjet-Unie.
Bevolkingssamenstelling
In 1970 bestond ruim 83% van de bevolking van de RSFSR uit Russen en voor 3% uit Oekraïners, 7% van de bevolking bestond uit Turkse en Perzische volkeren. Daarnaast waren er nog diverse kleinere bevolkingsgroepen. Voor actuele gegevens in Rusland: Russische Federatie
Bestuurlijke indeling
De RSFSR bestond bij de opheffing uit 49 oblasten, 6 krajs (grote provincies), 16 Autonome Socialistische Sovjetrepublieken (ASSR's), 5 autonome oblasten en tien nationale okroegs. Actuele indeling sinds 1992: Russische Federatie.
Bestuur
Tot 1938 was de voorzitter Centraal Uitvoerende Comité van de Opperste Sovjet van de RSFSR (in dit geval: Michael Kalinin) het staatshoofd van de RSFSR. In 1938 werd de voorzitter van de Opperste Sovjet van de RSFSR het staatshoofd. Het laatste staatshoofd van de RSFSR was Boris Jeltsin, die het land in 1991 onafhankelijk verklaarde en de RSFSR de naam Russische Federatie gaf en haar eerste president werd.
De voorzitter van de Opperste Sovjet van de RSFSR was tevens lid van de Opperste Sovjet van de Sovjet-Unie. (Overigens waren alle voorzitters van de Opperste Sovjets van de diverse deelrepublieken (SSR's) lid van de Opperste Sovjet van de Sovjet-Unie: Zo had iedere deelrepubliek een afgevaardigde, op die manier wist men de etnische spanningen te verminderen.)
Ook had RSFSR een eigen Raad van Volkscommissarissen (Sovnarkom), vanaf maart 1946 Ministerraad geheten. Ivan Silajev was de laatste voorzitter van de ministerraad van de RSFSR.
De Opperste Sovjet van de RSFSR fungeerde als parlement.
Economie
De economie van de RSFSR was evenals elders in de Sovjet-Unie geregeld via vijfjarenplannen. De economie werd centraal geregeld (planeconomie) via een Opperste Economische Raad voor de RSFSR, dat echter slechts een onderdeel was van de Opperste Economische Raad van de USSR (Gosplan). Omdat het land zo groot is, en het plannen van de economie vrij moeilijk was, was de RSFSR opgedeeld in 10 economische zones. Zware industrie, bos- en landbouw vormden de motor van de economie van de RSFSR.
Privébezit werd toegestaan, maar wel beperkt. De meeste bedrijven (behalve de kleine) waren eigendom van de staat, evenals het land, dat gecollectiviseerd was. Er waren kolchozen, collectieve boerengemeenschappen en sovchozen, staatsboerderijen. Stalin liet de RSFSR, Wit-Russische SSR en de Oekraïense SSR het snelst collectiviseren.
Economisch gezien (wat tot uiting kwam in de levensstandaard) was de RSFSR het verste gevorderd (hoewel de Oekraïense SSR en de Wit-Russische SSR de RSFSR qua levensstandaard en economische successen van dichtbij naderden). Toch was de RSFSR, net als de hele Sovjet-Unie, geen echte welvaartsstaat. Op veel plekken - niet alleen de afgelegen - leefden nog veel mensen in armoede.
Voor zaken als klimaat, natuur, milieu enz., zie: Rusland
Zie ook
Politici
- Aleksej Badajev (Vz Opperste Sovjet)
- Michail Kalinin (Vz Central Uitvoerend Comité van de RSFSR en van de USSR)
- Boris Jeltsin (Vz Opperste Sovjet, later president Russische Federatie
- Sergej Syrtsov (Vz Raad van Volkscommissarissen)
- Danil Sulimov (Vz Raad van Volkscommissarissen)
- Nikolaj Boelganin (Vz Raad van Volkscommissarissen)
- Ivan Silajev (Laatste Vz Raad van Ministers)
Steden
- Moskou
- Sint-Petersburg (Leningrad; Petrograd)
Land
Socialistische sovjetrepublieken |
---|
Armeense SSR · Azerbeidzjaanse SSR · Estische SSR · Georgische SSR · Kazachse SSR · Kirgizische SSR · Letse SSR · Litouwse SSR · Moldavische SSR · Oekraïense SSR · Oezbeekse SSR · Russische SFSR · Tadzjiekse SSR · Turkmeense SSR · Wit-Russische SSR |