Pseudonaja affinis
Pseudonaja affinis is een slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae) en deze soort komt voor in Australië. Pseudonaja affinis geldt als een van de giftigste slangen ter wereld.[2]
Pseudonaja affinis IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2017) | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Pseudonaja affinis Günther, 1872 | ||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | ||||||||||||||
Pseudonaja affinis op ![]() | ||||||||||||||
|
Voorkomen
Pseudonaja affinis komt voor langs de zuidwestkust van Australië, van het zuidwesten van Western Australia tot het Eyre Peninsula in South Australia. Daarnaast leeft de soort ook op enkele eilanden, waaronder Rottnesteiland. Pseudonaja affinis komt in een groot aantal habitats voor, zoals kustduinen, heide en scrubland. Deze slang leeft ook in cultuurland, zoals landbouwgebieden en rondom huizen.
Uiterlijke kenmerken
Pseudonaja affinis heeft een lange, slanke bouw met een relatief kleine kop. De soort wordt tot twee meter lang. De huid op de rug is variabel van kleur, wisselend van groen tot grijsbruin.
Leefwijze
Pseudonaja affinis is met name dagactief. De slang is schuw en rust onder rotsen of boomstronken. Knaagdieren vormen de voornaamste prooi, maar ook andere kleine zoogdieren, kleine vogels, hagedissen en kikkers worden gegeten. Het gif van Pseudonaja affinis omvat neurotoxines en coagulantia. Bij grotere prooidieren maakt Pseudonaja affinis niet alleen gebruik van de giftige beet, maar wordt de prooi ook gewurgd, iets dat erg ongewoon is binnen de koraalslangachtigen. Pseudonaja affinis is eierleggend met ongeveer dertig eieren per broedsel. Het paarseizoen is van september tot november.
|