Proton (chipkaart)

Proton was de Belgische implementatie van een elektronische portemonnee in de vorm van een chip. De allereerste Proton-kaarten werden gecommercialiseerd los van de debet-kaart en hadden een kenmerkende blauwe look. Naderhand werden ze geïntegreerd in de bankkaart; in Nederland was het beschikbaar als de Chipknip. Het systeem werd ingevoerd op 18 februari 1995. Proton werd vanaf 1 januari 2015 uitgefaseerd.

Proton World is de (Belgische) ontwikkelaar van de techniek achter Proton en de Chipknip.

Werkwijze

De protonkaart diende eerst opgeladen te worden, dit kan aan geldautomaten, in speciale (blauwe) Proton-automaten, in Belgacom-telefooncellen, met het Maestro Smart-telefoontoestel, in een latere fase (eind jaren 90) thuis via pc en een specifiek C-Zam-terminal en in de meeste bankkantoren met het tegoed van een bankrekening. De chipkaart was altijd verbonden met slechts een enkele bankrekening. Voor het opladen was een 4-cijferige code vereist, zoals voor de andere bankverrichtingen. Met een kaartlezer kon men het saldo en de vijf recentste transacties controleren (zonder code).

Daarna kon betaald worden door de kaart in een speciale houder te plaatsen; hiervoor was geen code nodig.

Doordat voor het betalen met Proton geen code of handtekening nodig was, kon een onbekende een gevonden/gestolen kaart volledig opgebruiken. Het werd dan ook aangeraden niet te veel geld op de kaart te zetten. Daarom was het maximumbedrag dat men op de kaart kan zetten beperkt tot € 125.

De chiptransacties werden beveiligd door het Message authentication code-protocol.

Moeilijke doorbraak

De verwachtingen waren hooggespannen binnen de financiële wereld. Men hoopte zowel handelaars te overtuigen die tot dan een betaalterminal weigerden wegens de hoge transactiekosten (voor Proton lagen die stukken lager) als consumenten die tot dan (mee door het aanrekenen van kosten door de handlaar) geen elektronische betaling uitvoerden voor kleinere bedragen.

Al snel bleek het enthousiasme minder groot dan verhoopt door volgende beperkingen en tekortkomingen:

  • de kaart werd in eerste instantie niet gratis geleverd aan de consumenten;
  • de initiële nood aan een extra kaart was een belemmering;
  • de consument kon niet steeds eenvoudig zijn saldo controleren en had daarom uit zekerheid toch baar geld mee;
  • de handelaar diende manueel een transactie met zijn betaalterminal uit te voeren om het saldo op zijn rekening te krediteren (het toestel werkte niet online), waardoor het gemiddeld langer duurde voor het geld op zijn rekening stond;
  • de consument bleek vragen te hebben bij heet financieel verlies wanneer de kaart verloren zou gaan of bij diefstal.

De banksector probeerde het tij te keren door enorme marketingcampagnes op te zetten of bijvoorbeeld tools te ontwikkelen waarbij bij elke betaling op een Bancontact-terminal het Proton-saldo aangevuld werd. Deze maatregelen en het feit dat er alternatieven kwamen, konden evenwel nooit van Proton het verhoopte succes maken.

Achteruitgang sinds 2002

In de loop der jaren ging het gebruik van Proton sterk achteruit. Proton kende zijn hoogtepunt in 2002 bij de introductie van de euro. Toen vonden 121 miljoen transacties plaats. Nadien ging het bergaf. In 2009 vonden maar 70 miljoen transacties met Proton plaats[1] Veel handelaars deden hun Proton-terminal van de hand gezien het lage gebruik. Carrefour schafte in november 2009 deze betaalwijze al af[2] en ook Coca-Cola verwijderde de terminal vroegtijdig uit een groot deel van hun automaten[3].

Vervanging

Aangezien Proton nooit het verhoopte succes werd, zeker in vergelijking met de steeds toenemende populariteit van betalingen met de debetkaart (Bancontact/Mister Cash, Maestro) of kredietkaart (VISA) werd uitgekeken naar alternatieven.

Onder de vleugels van Proximus, maar uitgebreid naar de telecom-concurrenten, werd PingPing gelanceerd, een systeem dat betalen via mobiele telefoon per sms en contactloos via NFC-technologie mogelijk maakt.[4]

Maar ook dit initiatief brak niet door door het te beperkt aantal plaatsen waar met met PingPing kon betalen, de meer omslachtige NFC-aanpak en omdat binnen de telecomsector geen eensgezindheid bestond over de te volgen strategie. Ook een poging om de banksector nauwer te betrekken faalde, net omdat binnen de banksector het inzicht groeide dat er misschien geen alternatief nodig was voor Proton, maar dat bestaande betaalmiddelen een antwoord konden bieden[5]

Einde Proton en promotie Low Value Payments via Bancontact

Bancontact MisterCash Company schakelde Proton op 31 december 2014 af.[6] Klanten moesten ervoor zorgen om ofwel tegen dan het saldo te gebruiken om gewone betalingen te doen, ofwel het tegoed af te laden naar hun zichtrekening via een bankautomaat. Sinds het opdoeken kan het resterende bedrag via de bank worden gerecupereerd.[7] Het opladen van de chip werd sinds 1 oktober 2014 geleidelijk afgebouwd.

De oplossing om meer elektronisch betalingen te genereren in het segment van de kleine aankopen (kleiner dan 20 euro) bleek eenvoudig weg te liggen in het verlagen van de kosten. Bancontact, snel gevolgd door Maestro, voerde specifieke handelaarstarieven per transactie in voor betalingen onder 10 euro. Met de handelaars-federaties werden afspraken gemaakt om klanten voortaan geen bijkomende kosten meer aan te rekenen voor dergelijke betalingen (ondertussen ook wettelijk verboden).

De introductie van NFC op de debetkaarten van de klanten zorgde voor een verdere boost van elektronische betalingen voor kleine bedragen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.