Piet Aalberse (1871-1948)

Petrus Josephus Mattheus (Piet) Aalberse (Leiden, 27 maart 1871Den Haag, 5 juli 1948) was een Nederlands rooms-katholiek politicus en socioloog.[1]

Piet Aalberse
Algemene informatie
Volledige naamPetrus Josephus Mattheus Aalberse
GeborenLeiden, 27 maart 1871
OverledenDen Haag, 5 juli 1948
PartijKVP, RKSP, RKSP
Parlement.com (biografische informatie)
Portaal    Politiek
Nederland

Levensloop

Piet Aalberse was een zoon van banketbakker en winkelier Bartholomeus Hendricus Johannes Aalberse en diens vrouw Johanna Kerkvliet. Hij heeft van 1891 tot 1897 rechten gestudeerd in Leiden, en was tevens mede-oprichter van de L.V.V.S. Augustinus, opgericht op 3 mei 1893.

Spotprent van Albert Hahn in 1905, met de leider van de KSA (Piet Aalberse) rechts.
Borstbeeld van Aalberse door Cephas Stauthamer

Van 1905 tot 1918 gaf hij leiding aan het Centraal Bureau van de Katholieke Sociale Actie (KSA) in Leiden.[2]

Hij was minister van Arbeid in het eerste kabinet-Ruijs de Beerenbrouck (1918 tot 1922). Dit was het eerste kabinet dat een apart Ministerie van Arbeid kende, waarmee Aalberse dus ook de eerste minister van Arbeid was. In het tweede kabinet-Ruijs de Beerenbrouck (1922 tot 1925) was hij minister van Arbeid, Nijverheid en Handel.

Gedurende de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog was hij partijleider van de RKSP als achtereenvolgens secretaris, fractieleider en voorzitter van de Roomsch-Katholieke Staatspartij. Hij stond kritisch tegenover het beleid van Hendrik Colijn, dat alle heil zag in de "gave gulden". In juli 1935 zette hij de premier voor het blok: ofwel devalueren ofwel een consequente deflatiepolitiek. Er ontstond een kabinetscrisis, en Aalberse werd formateur. Hij wilde graag de sociaaldemocratische SDAP in de regering halen, maar hij was gebonden aan de voorwaarden die nog door Nolens waren geformuleerd. Een daarvan was, dat een derde partij noodzakelijk was in zo'n coalitie, en die was niet te vinden. Aalberse gaf zijn opdracht terug, en het kabinet-Colijn werd gereconstrueerd.

Aalberse was een jaar lang voorzitter van de Tweede Kamer vanaf 1936, waarna hij lid werd van de Raad van State. Dat lidmaatschap duurde tot een jaar voor zijn dood.

Toen in december 1945 de RKSP overging in de Katholieke Volkspartij (KVP) werd hij daar lid van.

Aalberse was de eerste minister van Arbeid in Nederland. Onder zijn bewind kwam de Arbeidswet (1919) tot stand, die de arbeidsduur van werknemers regelde. In 1920 werd hij de eerste voorzitter van de Hoge Raad van Arbeid, de voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER) en van 1937 tot 1945 voorzitter van de Mijnraad. Als dank daarvoor ontwierp en maakte kunstenaar Cephas Stauthamer een borstbeeld van hem, dat al tijdens zijn leven onthuld werd in de Amsterdamse wijk Tuindorp Oostzaan. In 1953 vernoemde Amsterdam vervolgens nog een straat naar hem.

Hij was lid van de "Raad der Vereniging" van De Nederlandsche Padvinders.

Persoonlijk leven

Hij trouwde op 21 juli 1898 te Leiden met Elisabeth Joanna Maria Schmier. Zij kregen zeven dochters en een zoon, Piet Aalberse, die in de jaren zestig voor de KVP plaatsnam in de Tweede Kamer.

Geschriften

  • Sociale studiën (1905-1912)
  • Politieke studiën. Eerste reeks (1906)
  • Politieke studiën (1906-1909)
  • Sociale studiën. Tweede reeks (1907)
  • Sociale studiën. Derde reeks (1909)
  • Politieke en sociale studiën (1909-1924)
  • Politieke en sociale studiën. Vierde reeks (1910)
  • Politieke en sociale studiën. Vijfde reeks (1912)
  • Politieke en sociale studiën. Zesde reeks (1913)

Bronnen

Voorganger:
-
Minister van Arbeid
1918-1922
Opvolger:
-
Voorganger:
Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck
(Handel en Nijverheid)
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
1922-1925
Opvolger:
D.A.P.N. Koolen
Voorganger:
Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck
Voorzitter van de Tweede Kamer
1936-1938
Opvolger:
J.R.H. van Schaik
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.