Peter van Griekenland en Denemarken
Peter van Griekenland (Grieks: Πέτρος της Ελλάδας, Petros tis Helladas) (Parijs, 3 december 1908 - Londen, 15 oktober 1980) was prins van Griekenland en van Denemarken. Hij was een antropoloog en was gespecialiseerd in Tibet.
Peter van Griekenland en Denemarken
| ||||
Prins Peter met zijn moeder, Marie Bonaparte, in traditionele Griekse kleding, 1912 | ||||
Persoonlijke gegevens | ||||
Geboortedatum | 3 december 1908 | |||
Geboorteplaats | Parijs | |||
Datum van overlijden | 15 oktober 1980 | |||
Plaats van overlijden | Londen | |||
Wetenschappelijk werk | ||||
Vakgebied | Tibetologie | |||
Bekend van | Prins van Griekenland en Denemarken | |||
|
Peter was het oudste kind en enige zoon van George van Griekenland en Denemarken en van Marie Bonaparte. Hij had één zus, Eugénie van Griekenland.
Peter stamt uit het Huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, een linie van het Huis Oldenburg. Hij was getrouwd met Irina Aleksandrovna Ovtchinnikova (1904-1990).
Antropoloog
Als antropoloog was hij gespecialiseerd in religies in Tibet en Tibetaanse gebruiken. Hij publiceerde een aantal boekrecensies en artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. In 1947 vertrok hij op een reis naar India, Tibet en Sri Lanka. Over deze reis publiceerde hij het werk Van Athene naar Calcutta (Grieks: Απ΄ Αθηνών εις Καλκούτα).
Van 1950 tot 1954 nam hij met zijn vrouw deel aan de derde Deense wetenschappelijke expeditie naar Centraal-Azië. Zijn missie bestond uit het verzamelen van Tibetaanse werken voor Det Kongelige Bibliotek in Kopenhagen. Deze taak in Tibet zelf was erg moeilijk gezien de grenzen nagenoeg gesloten waren en het Chinese Volksbevrijdingsleger in 1950-51 de invasie van Tibet was aangevangen. Hij hield zich tijdens deze reis dan ook op buiten de grenzen van Tibet, in Bengalen en de regio rondom Kalimpong. Hij wist niettemin enkele documenten bijeen te brengen, waaronder de Tibetaans boeddhistische canon (Kangyur) en de commentaren erop (Tengyur).
In 1953 nam hij deel aan een Deense wetenschappelijke missie naar Afghanistan van tien maanden.
In 1957 ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit van Athene, waarbij hij een rede hield over het effect van de hellenistische periode in Centraal-Azië.
Hierna ging hij voor een groot aantal jaren wonen in India en bezocht hij in 1974-75 de Himalaya. Hier voerde hij 5000 metingen uit in de antropometrie en bestudeerde hij verder polyandrie. Dit werk leverde hem een tweede doctoraat op van de Universiteit van Londen. In 1960 ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit van Kopenhagen. Tijdens zijn werkzaamheden in Denemarken werkte hij samen met de Tibetaanse geestelijke Tarab Tulku Rinpoche
Bibliografie
A Study of Polyandry. Den Haag: Mouton, 1963