Otto Ernst Remer
Otto Ernst Remer (Neubrandenburg, 18 augustus 1912 - Marbella, 4 oktober 1997) was een Duitse Wehrmachtofficier die een beslissende rol heeft gespeeld bij het stoppen van het complot van 20 juli 1944 tegen Adolf Hitler. Na de oorlog was hij mede-oprichter van de Sozialistische Reichspartei (SRP) en stond hij bekend als holocaustontkenner.
Otto Ernst Remer
| ||
Otto Ernst Remer in 1945 | ||
Geboren | 18 augustus 1912 Neubrandenburg, Duitsland | |
Overleden | 4 oktober 1997 Marbella, Spanje | |
Rustplaats | Onbekend: ergens in Spanje[1] | |
Land/zijde | ||
Onderdeel | ||
Dienstjaren | 1932 - 1945 | |
Rang | ||
Eenheid | 4. (Preußisches) Infanterie-Regiment (Reichswehr) | |
Bevel | Führerbegleitbrigade Panzer-Führerbegleitdivision Wachbattalion Großdeutschland | |
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog | |
Onderscheidingen | Zie decoraties | |
Ander werk | Politicus |
Biografie
Remer meldde zich in 1932 op 20-jarige leeftijd aan bij de Reichswehr.
Tweede Wereldoorlog
In september 1939 was hij oberleutnant (eerste luitenant) en deed hij mee aan de invasie van Polen. In 1942 was hij bataljonscommandant en trad hij toe het Infanterie Regiment Großdeutschland. In februari 1943 had hij het bevel over het 1e (gepantserde) bataljon van Grenadier Regiment Grossdeutschland (GD), nadat de oorspronkelijke Regiment Infanterie GD was uitgegroeid tot een volwaardige divisie. Hij kreeg het Ridderkruis van het IJzeren Kruis voor zijn dienst als bataljonscommandant en in november 1943 kreeg hij het Ridderkruis van het IJzeren Kruis met eikenloof dat Hitler hem persoonlijk uitreikte. In maart 1944 raakte Remer gewond. Hij werd bevorderd tot majoor en koos voor het commando over het Infanterie Regiment Großdeutschland. Eén van de taken van dat commando was de openbare veiligheid in Berlijn te handhaven. Op 20 juli 1944 moest dit commando onder leiding van Remer alle SS'ers in Berlijn arresteren. Toen hij bij Joseph Goebbels aankwam om hem ook te arresteren overtuigde Goebbels hem ervan dat Hitler nog leefde. Remer vroeg om bewijs waarop Goebbels de telefoon pakte en Remer met Hitler doorverbond. Hitler vroeg of Remer zijn stem herkende, daarna gaf Hitler Remer de opdracht de samenzweerders te arresteren. Diezelfde avond werd Remer bevorderd tot Oberst (kolonel). Hij werd opnieuw bataljonscommandant. Nadat hij en zijn mannen grote verliezen hadden geleden werd hij in 1945 bevorderd tot generalmajor (generaal-majoor) en werd hij hoofd van de Führer Begleit Brigade (FBB). Hij werd echter niet beschouwd als commandant en leed opnieuw veel verliezen. Toen in maart 1945 de Führer Begleit Brigade werd overgeplaatst naar Silezië werd Remer bekritiseerd wegens het ontbreken van vermogen. Hij werd uiteindelijk gevangengenomen door de Amerikaanse troepen, en bleef tot 1947 in krijgsgevangenschap.
Politieke carrière
In 1950 werd Remer mede-oprichter van de Sozialistische Reichspartei. In 1952 werd deze partij verboden, nadat ze meer dan 360.000 aanhangers en 16 zetels hadden in het nationaal parlement. Van 1991 tot 1994 had Remer zijn eigen blad, Remer-Depesche. Remer werd veroordeeld tot 22 maanden gevangenisstraf in oktober 1992, wegens het schrijven en publiceren van een aantal artikelen, dat aanzette tot rassenhaat. Remer tekende tal van beroepen aan tegen de straf op grond van de vrijheid van meningsuiting en vluchtte uiteindelijk in februari 1994 naar Spanje.
Dood
Door zijn ballingschap in Spanje wist Remer zijn gevangenisstraf te ontlopen. Hierna woonde hij in Egypte en Syrië. Remer keerde uiteindelijk weer terug naar Spanje. In Duitsland bleef hij een gezocht man tot aan zijn dood in 1997. Remer sprak in het televisieprogramma The World At War over de moordaanslag van 20 juli 1944 op Hitler. Hij zei dat hij geen spijt had dat hij de samenzweerders gearresteerd had. Otto Ernst Remer is 85 jaar oud geworden.
Militaire loopbaan
- Fahnenjunker: april 1933[2]
- Leutnant: 1935[2]
- Oberleutnant: 1938[2]
- Hauptmann: april 1942 - 1941[2]
- Major: 1943[2]
- Oberstleutnant: overgeslagen[2]
- Oberst: 1944[2]
- Generalmajor: 1945[2]
Decoraties
- Ridderkruis (nr.1812) op 18 mei 1943 als Major en Commandant van het I. / Grenadier-Regiment "Großdeutschland" / Infanterie-Division „Großdeutschland“ / Armeeabteilung Kempf / Heeresgruppe Süd[3][2][4]
- Ridderkruis met Eikenloof (nr.325) op 12 November 1943 als Major en Commdant I.(gp.) / Grenadier-Regiment (mot.) "Gd" / Panzer-Grenadier-Division „Großdeutschland“ / XXXXVIII.Panzer-Korps / 1.Panzer-Armee / Heeresgruppe Süd[5][2][4]
- Duitse Kruis in goud (verlening 172/32) op 29 augustus 1942 als Hauptmann in de IV. / Infanterie-Regiment "Großdeutschland"[2][4]
- IJzeren Kruis 1939, 1e klasse (12 juni 1940)[2][4]en 2e klasse (20 mei 1940)[2][4]
- Gewondeninsigne (1939) in goud[2], zilver en zwart
- Allgemeines Sturmabzeichen in zilver (zonder getal)[2][4]
- Nahkampfspange in zilver[2][4]
- Nahkampfspange in brons[4]
- Infanterie-Sturmabzeichen[2]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42[2][4]
- Dienstonderscheiding van Leger en Marine 3e Klasse (voor 12 dienstjaren)[2]
- Militaire Orde voor Dapperheid in de Oorlog, 5e klasse[2][4]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e klasse en 2e klasse met Zwaarden[2]
- Goldenes HJ-Abzeichen[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|